Nou ja, bijna iedereen.
De politicus
Een politicus leest en leert, observeert en discussieert, concludeert en praktiseert zijn metier. Hij weet hoe het zit, hij weet hoe het hoort, hij weet hoe het zo gekomen is en hij weet hoe het verder moet. Hij weet het beter dan andere politici. Hij weet het beter dan jij en ik. Luister naar mij, zegt hij, en alles komt goed.
De politicus wéét.
De generaal
Een generaal leest en leert, observeert en discussieert, concludeert en praktiseert zijn metier. Hij weet hoe het zit, hij weet hoe het hoort, hij weet hoe het zo gekomen is en hij weet hoe het verder moet. Hij weet het beter dan andere generaals. Hij weet het beter dan jij en ik. Luister naar mij, zegt hij, en alles komt goed.
De generaal wéét.
De leraar
Een leraar leest en leert, observeert en discussieert, concludeert en praktiseert zijn metier. Hij weet hoe het zit, hij weet hoe het hoort, hij weet hoe het zo gekomen is en hij weet hoe het verder moet. Hij weet het beter dan andere leraren. Hij weet het beter dan jij en ik. Luister naar mij, zegt hij, en alles komt goed.
De leraar wéét.
De professor
Een professor leest en leert, observeert en discussieert, concludeert en praktiseert zijn metier. Hij weet hoe het zit, hij weet hoe het hoort, hij weet hoe het zo gekomen is en hij weet hoe het verder moet. Hij weet het beter dan andere professoren. Hij weet het beter dan jij en ik. Luister naar mij, zegt hij, en alles komt goed.
De professor wéét.
De coach
Een coach leest en leert, observeert en discussieert, concludeert en praktiseert zijn metier. Hij weet hoe het zit, hij weet hoe het hoort, hij weet hoe het zo gekomen is en hij weet hoe het verder moet. Hij weet het beter dan andere coaches. Hij weet het beter dan jij en ik. Luister naar mij, zegt hij, en alles komt goed.
De coach wéét.
De therapeut
Een therapeut leest en leert, observeert en discussieert, concludeert en praktiseert zijn metier. Hij weet hoe het zit, hij weet hoe het hoort, hij weet hoe het zo gekomen is en hij weet hoe het verder moet. Hij weet het beter dan andere therapeuten. Hij weet het beter dan jij en ik. Luister naar mij, zegt hij, en alles komt goed.
De therapeut wéét.
De goeroe
Een goeroe leest en leert, observeert en discussieert, concludeert en praktiseert zijn metier. Hij weet hoe het zit, hij weet hoe het hoort, hij weet hoe het zo gekomen is en hij weet hoe het verder moet. Hij weet het beter dan andere goeroes. Hij weet het beter dan jij en ik. Luister naar mij, zegt hij, en alles komt goed.
De goeroe wéét.
De wijze
Een wijze leest en leert, observeert en discussieert, concludeert en praktiseert zijn metier. Hij weet hoe het zit, hij weet hoe het hoort, hij weet hoe het zo gekomen is en hij weet hoe het verder moet. Hij weet het beter dan andere wijzen. Hij weet het beter dan jij en ik. Luister naar mij, zegt hij, en alles komt goed.
De wijze wéét.
De priester
Een priester leest en leert, observeert en discussieert, concludeert en praktiseert zijn metier. Hij weet hoe het zit, hij weet hoe het hoort, hij weet hoe het zo gekomen is en hij weet hoe het verder moet. Hij weet het beter dan andere priesters. Hij weet het beter dan jij en ik. Luister naar mij, zegt hij, en alles komt goed.
De priester wéét.
De gelovige
Een gelovige leest en leert, observeert en discussieert, concludeert en praktiseert zijn geloof. Hij weet hoe het zit, hij weet hoe het hoort, hij weet hoe het zo gekomen is en hij weet hoe het verder moet. Hij weet het beter dan andere gelovigen. Hij weet het beter dan jij en ik. Luister naar mij, zegt hij, en alles komt goed.
De gelovige wéét.
Iedereen
Iedereen weet, denk ik weleens.
Iedereen weet het beter, alleen ik niet.
Maar ja, dat weet ik ook al niet.
Bovenstaande tekst is geïnspireerd door hoofdstuk 20 van de Daodejing:
Hou op met leren en je hebt geen zorgen meer.
Hoe groot is het verschil tussen ja en tja?
Hoe groot is het verschil tussen goed en kwaad?
Wat we vrezen valt te vrezen.
Ongericht zijn de mensen zonder baken.
Ze willen feestvieren, eropuit trekken.
Ik hou me gedeisd en geef geen teken,
als een kindje dat niet lacht.
Anderen stromen over, ik loop leeg.
Ongecompliceerd de geest van de onwetende.
Mensen blinken uit, ik verkies de schaduw.
Ze zitten overal bovenop, ik eronder.
Ze zijn gehaaid, ik recht door zee.
Ik voed me met de Tao.
(eigen hertaling)
De titel, Iedereen weet, is geïnspireerd door het gelijknamige boekje van Edel Maex, waarover morgen meer.