Zelf heb ik nog nooit iets van de Boeddha gehoord, geen stilte en geen woord.
Horen wat je denkt
Net als het christendom en het hindoeïsme is het boeddhisme een woud van woorden, een moeras van meningen. Daarom is het onmogelijk om algemene uitspraken over de boeddhistische leer te doen waar elke boeddhist het mee eens is.
Voor zowat iedere opvatting zijn wel ondersteunende citaten te vinden en gevonden. Dé Boeddha bestaat niet, behalve als spiegel. Hij is wat jij van hem maakt. Hij bevestigt wat jij vindt. Je hoort wat jij denkt dat hij bedoelt, evam me sutam.
Evam me sutam is Pali voor ‘aldus heb ik gehoord’, een gevleugeld woord waarmee veel soetra’s beginnen om de suggestie te wekken dat de soetra een letterlijke weergave is van woorden uitgesproken door de Boeddha zelf. Een beroep op gezag dus, een argumentum ad verecundiam – het boeddhisme zit er vol mee. Het is ook nog eens een cirkelredenering, want de Boeddha ontleent zijn gezag aan dezelfde soetra’s die hun gezag aan hem ontlenen.
Essentialisme
Gisteren, in de tekst Tien kernbegrippen van het leegteboeddhisme, deed ik net alsof de begrippen pratitya samutpada, prajnaparamita, anutpada, sunyata, svabhava-sunya, anatman, anitya, maya, indrajala en tathata allemaal ongeveer hetzelfde betekenen: niet-weten.
Nou, geloof het maar niet. Er is bij mijn weten geen enkel begrip dat voor alle boeddhisten hetzelfde betekent.
Volgens essentialisten, bijvoorbeeld, is prajnaparamita kennis van de ene, hoogste werkelijkheid.
Sunyata zien ze als de essentie van alle dharma’s.
Maya betekent voor hen dat de dharma’s niets anders zijn dan vluchtige manifestaties van of in het enige echte.
Met de zoheid van de dharma’s bedoelen ze de boeddhanatuur, het ware zelf waarin de dharma’s verschijnen en verdwijnen.
In de tiantaischool en de nichirenschool is zelfs sprake van tien zoheden die de ultieme werkelijkheid van alle dharma’s zouden karakteriseren.
Waar halen ze het vandaan, vraag je je af, en daarop geven essentialisten hetzelfde antwoord als alle boeddhisten uit alle landen in alle tijden: van de Boeddha. Evam me sutam.
Ik beken
Zelf heb ik nog nooit iets van de Boeddha gezien of gehoord, geen stilte en geen woord – niet dat ik weet.
Ik zie en hoor uitsluitend boeddhisten kwetteren. Jij?