Waarom meesters zich nooit laten kennen.
Roept de eerste meester: ‘Ik ben hier de enige die het ego heeft overwonnen!’
Roept de tweede: ‘Ik ben de enige die toe durft te geven dat het hem niet is gelukt!’
Roept de derde: ‘Ik ben de enige die inziet dat het ego niet bestaat!’
Roept de vierde: ‘Ik ben de enige die inziet dat hij zelf niet bestaat!’
Roept de vijfde: ‘Ik ben de enige die niet zo nodig de enige hoeft te zijn!’
Roept de zesde: ‘Ik ben de enige die durft toe te geven dat hij niets durft toe te geven!’
Roept de zevende: ‘Ik ben de enige die zijn mond weet te houden!’
Denkt de achtste: Ik ben de enige die zijn mond heeft gehouden!