Waarom ik het leven een warboel noem, en iedereen die benoemen verwart met begrijpen een warhoofd.
Afhankelijk ontstaan als pancausaliteit, monocausaliteit, acausaliteit, autocausaliteit
Wederzijds afhankelijk ontstaan is de boeddhistische term voor de opvatting dat dingen en wezens elkaar onderling op onnavolgbare wijze beïnvloeden. Niets is uitsluitend oorzaak of uitsluitend gevolg. Er zijn geen simpele oorzaak-gevolgketens, behalve in je geest.
Hoe verder je uitzoomt, hoe meer verbanden je ontdekt. Als je maar ver genoeg uitzoomt zie je dat alles oorzaak en gevolg is van alles, hoe indirect ook. Afhankelijk ontstaan is een ander woord voor pancausaliteit (Grieks, pan, alles + causaliteit).
Als alles inderdaad alles veroorzaakt en overal door veroorzaakt wordt, is er van oorzaak en gevolg eigenlijk geen sprake meer. Dan muteert het geheel op onnavolgbare wijze aan alle kanten in alle geledingen en in alle richtingen. Dat kun je met evenveel recht acausaliteit noemen (Grieks, a-, niet) als pancausaliteit.
Als alleen het universum het universum verandert en niets van buitenaf (een god, een ander universum, een hogere werkelijkheid) daaraan bijdraagt, is er in feite maar één oorzaak. Dan kun je net zo goed spreken van monocausaliteit (Grieks, mono, één) als van acausaliteit.
Als het universum volledig zelfscheppend en zelfvernietigend is, kun je net zo goed spreken van autocausaliteit (Grieks, autos, zelf) als van monocausaliteit.
Dus wat is nu afhankelijk ontstaan – pancausaliteit, acausaliteit, monocausaliteit, autocausaliteit? Het is maar net hoe je het bekijkt. Ik zou geen agnost zijn als ik het niet net zolang van alle kanten bekeek tot ik het niet meer wist.
Met ‘het geheel’ bedoel ik hier trouwens niet dat alles één is; dat weet ik niet en ik zou niet weten hoe je zoiets kunt weten of zelfs maar wat het betekent. Hoe je het ook noemt – pancausaliteit, acausaliteit, monocausaliteit, autocausaliteit, conditionalisme, voorwaardelijkheid, wederzijds afhankelijk ontstaan, wederkerigheid, interpenetratie of interzijn – het gaat erom dat niets op zichzelf staat of uit zichzelf begrepen kan worden.
Dingen, dieren, mensen, zijn niet wat ze zijn, ze zijn wat ze zijn in de omgeving waarin ze zich bevinden, en die omgeving is wat hij is doordat zij zich erin bevinden en door de omgeving waarin die omgeving zich bevindt, in steeds uitdijende kringen.
Ikzelf ben niet Hans die altijd Hans was, is en zal zijn; ik ben Hans-thuis en Hans-op-straat en Hans-in-zijn-eentje en Hans-in-de-massa en Hans-met-Lucienne en Hans-bij-de-olifant en Hans-op-het-naaktstrand en Hans-in-zee en Hans-met-een-man en Hans-met-een-vrouw en Hans-in-zijn-uppie en Hans-met-jou.
Ik ben een functie van de situatie die een functie is van mij. We bepalen elkaar wederzijds, als de spiegels in een spiegelpaleis die elkaar oneindige reflecteren.
En zo is het met alles en iedereen. De speler speelt de bal, de bal de speler, het publiek bespeelt het team, het team het publiek, en vergeet de grasmat niet, het stadion, het licht, de lucht, het weer, de aambeien van de coach, de meeuw die op de keeper schijt. En God natuurlijk, de onbewogen beweger, aangenomen dat Hij in staat is om de talloze tegenstrijdige wensen van de spelers, de scheidsrechters, de bobo’s en de toeschouwers in het stadion en voor de buis simultaan te honoreren zonder dat Zijn Heilige Geest ontploft, amen.
Afhankelijk ontstaan als tegenhanger van het westerse causaliteitsbeginsel
Het causaliteitsbeginsel is een term uit de westerse metafysica voor het dogma dat alles een oorzaak heeft, dat niets gebeurt zonder oorzaak. Naar analogie daarvan zou je in het boeddhisme kunnen spreken van het pancausaliteitsbeginsel, het acausaliteitsbeginsel, het monocausaliteitsbeginsel, het autocausaliteitsbeginsel of, om dichter bij de bron te blijven, het afhankelijkheidsbeginsel, het wederkerigheidsbeginsel, het voorwaardelijkheidsbeginsel, het interpenetratiebeginsel.
Het pancausaliteitsbeginsel is niet de ontkenning van het reguliere causaliteitsbeginsel maar de inflatie ervan. Die het als uitgangspunt voor het dagelijks leven, de wetenschap en de techniek nutteloos maakt. Wat heb je in de praktijk aan een pancausaliteitsbeginsel, waar wou je dan de oorzaak zoeken?
Net zo is het acausaliteitsbeginsel niet de ontkenning van het causaliteitsbeginsel maar de deflatie ervan, met hetzelfde gevolg. Wat heb je in de praktijk aan een acausaliteitsbeginsel, waar wou je dan de oorzaak zoeken? Wat valt er nog te zoeken als je uitgaat van het monocausaliteitsbeginsel dat er maar één oorzaak is, of van het autocausaliteitsbeginsel, het principe van zelfveroorzaking?
Geen nood, in de praktijk van alledag kunnen we heel goed zonder beginselen. We ondergaan gewoon ons gang en zien wel wat ervan komt. Is er een probleem dan zoek je de directe oorzaak, als die er is, en los je het op, zonder metafysisiche hoofdbrekens.
Wetenschap en techniek kunnen ook prima zonder beginselen. Zijn er toch eens uitgangspunten nodig, dan heuristische. Praktisch toepasbare mathematische modellen zoals de algemene systeemtheorie (Von Bertalanffy) en de systeemkunde (systems engineering), de cybernetica en de chaostheorie. Methoden die het bètadenken vrijlaten en vleugels geven.
Afhankelijk ontstaan als eufemisme voor agnose
Het afhankelijkheidsbeginsel is voor het boeddhisme wat het reguliere causaliteitsbeginsel is voor het gezond verstand: een geloofsartikel.
Kan het boeddhisme zonder zo’n beginsel? Waarschijnlijk niet, dan valt de bodem uit de leer. Dan heb je een lege leer in plaats van een leer over de leegte. Dan is er niets meer om naar te luisteren en niemand die dat wil horen.
Is afhankelijk ontstaan wel een beginsel? Het is maar net aan wie je het vraagt. Als je het mij vraagt is het een eufemisme voor niet-weten.
Niet weten waarvan je doen en laten allemaal een effect is.
Niet weten waarop het allemaal effect heeft.
Niet weten waarop die effecten allemaal effect hebben.
Waarom zou je dat afhankelijk ontstaan willen noemen, pratitya samutpada? Dat snapt geen hond, boeddhanatuur of niet.
Zelf noem ik het leven gewoon een warboel en iedereen die benoemen verwart met begrijpen een warhoofd.