De groeten uit de middeleeuwen.
Tussen goedendag en de goedendag
Goedendag zeg je als je iemand wil groeten. Je zegt het ook als je je verbazing of afkeuring wilt uitspreken. Spreekt iemand anders op die manier zijn verbazing of afkeuring over jou uit, dan zeg je ‘ook goedendag’.
Goedendag is ook de naam van een wapen uit de middeleeuwen, bestaande uit een lange stok met een scherpe stalen punt aan het uiteinde. Wie vaardig de goedendag wist te hanteren had een goede dag.
Degene tegenover hem had dan een slechte dag, dus de steekstok had net zo goed een slechtedag kunnen heten, of net zo slecht, maar naamgevers hebben het zelden voor het zeggen.
Een echt slechte dag of echtslechtedag had Federico de Montefeltro, heerser over de stadstaat Urbino, toen hij in 1450 tijdens een steekspel door een lans werd geraakt en zijn rechteroog verloor.
Een lans is een hele lange goedendag, een goedendag een hele korte lans, het is maar net hoe je het bekijkt. Hoe speels is een spel waarbij je een kijker kan kwijtraken? Met het oog op zijn dieptewaarneming had Federico beter Russisch roulette kunnen spelen maar dat bestond toen nog niet.
Tussen de goedendag en de morgenster
De goedendag wordt vaak verward met de morgenster. Een morgenster is een knots met scherpe punten, een strijdvlegel zonder ketting. Of een strijdvlegel is een knots met ketting, het is maar net hoe je het bekijkt.
Had iemand met een morgenster een goedendag tegenover zich dan had hij een slechte dag. Net als iemand zonder goedendag die een morgenster tegenover zich had.
Op zo’n moment je verbazing of afkeuring uiten door goedendag te zeggen werkt averechts. Averechts betekent niet links maar verkeerd, dus dat kan niet goed gaan.
Tussen de gele morgenster en de oosterse morgenster
Toch loopt een confrontatie met de morgenster niet altijd fataal af. Zeker niet die met de gelijknamige vaste plant uit de composietenfamilie, de Asteraceae.
Van de plantaardige morgenster bestaan twee ondersoorten, de oosterse morgenster, die overal in Nederland sporadisch voorkomt, ook in het westen, en de gele morgenster, die overal in Nederland voorkomt en niet geler is dan de oosterse, hoe je het ook bekijkt.
Tussen de morgenster en de avondster
Eerder wit dan geel is het licht van de morgenster met de morgennaam Venus, vanaf de aarde gezien een binnenplaneet van ons zonnestelsel, vanaf Mercurius gezien een buitenplaneet en vanaf Venus gezien een tussenplaneet, het is maar net hoe je het bekijkt. Je ziet haar dikwijls in de morgenschemering boven de horizon hangen.
Je ziet haar even vaak in de avondschemering boven de horizon hangen. Vandaar dat Venus ook naar de avondnaam avondster luistert.
Behalve dat Venus nooit luistert, niet naar haar morgennaam, niet naar haar avondnaam. Zo zijn planeten. Ze trekken zich van niemand iets aan. Ze trekken alleen maar baantjes.
Tussen Lucifer en Hesperus
Ooit dachten geleerden dat de morgenster een andere ster was dan de avondster. De eerste noemden ze Lucifer, de laatste Hesperus.
Hesperus is de zoon van de godin van de dageraad, Eos (Grieks), alias Aurora (Romeins), en de halfbroer van haar andere zoon, Phosphorus, alias Eosphorus.
Twee verschillende sterren die geen sterren zijn en niet verschillen, een uitgebreide familie halfgoden met dubbelnamen, er is werkelijk geen touw aan vast te knopen. Geen wonder dat de planeet Venus niet wil luisteren.
Tussen Venus en God
Wie ook niet wil luisteren is de Romeinse godin van de liefde, Venus. ’s Morgens niet en ’s avonds niet, hoe vaak je haar ook aanroept. Gelukkig maar, liefde is meedogenloos, God weet wat je over jezelf afroept.
Over God zou ik een boek kunnen schrijven, maar dat is al te vaak gedaan en heeft niets opgelost of teveel. Alleen die honderd namen al, je blijft roepen.
Ik wil maar zeggen, een mens heeft reden genoeg om woorden te wantrouwen, deze woorden ook. Je weet nooit waar ze voor staan, als ze al ergens voor staan.