Inzicht in vrijheid is vrij zijn van inzicht.
Beste Hans,
Iedere keer als ik besef dat we niets kunnen weten, voel ik me helemaal ont-spannen. Een bevrijdend inzicht! Het lukt nog lang niet altijd, maar ik verblijf steeds vaker in niet-weten. Van mij mag dat verlichting heten.
Beste Niko,
Het besef dat we niets kunnen weten, is een besef, geen niet-weten. Het heet scepticisme, een niet-lege leer die al bij de oude Grieken in zwang was. Socrates staat erom bekend.
Helaas, bewijzen dat we niets kunnen weten kunnen we niet, want bewijzen is weten. Scepticisme is een dogma.
Niko: Een dogma?
Hans: Een onbewijsbare leerstelling.
Niko: Scepticisme is dogmatisch?
Hans: Ik heb tenminste nooit een bewijs gezien dat zichzelf niet in de staart beet.
Niko: Wat heb je er dan aan?
Hans: Dat moet je aan mensen vragen die erin geloven. Mensen zoals jij. Nou, wat heb je eraan?
Niko: Ik hoor het graag van jou.
Hans: Ik mag graag denken dat het iets is wat mensen graag denken.
Niko: Zeg dat nog eens.
Hans: Een troetelgedachte.
Niko: Nooit van gehoord.
Hans: Een gedachte die je koestert omdat hij troost, hoop, duidelijkheid biedt, of wat je maar nodig hebt om overeind te blijven.
Niko: Niet-weten is voor jou geen troetelgedachte?
Hans: Niet-weten is voor mij geen gedachte.
Niko: Wat is het dan wel? Hoe blijf jij overeind?
Hans: Niet-weten is onderuit gaan.
Niko: Voor jou is niet-weten geen bevrijdend inzicht dat je helpt ontspannen?
Hans: Voor mij is niet-weten het einde van de zoektocht naar een bevrijdend inzicht.
Niko: Omdat je gevonden hebt.
Hans: Omdat ik niet gevonden heb.
Niko: Want er is geen bevrijdend inzicht.
Hans: Dat zou toch weer een bevrijdend inzicht zijn.
Niko: Waarom ben je dan gestopt met zoeken?
Hans: Ik ben niet gestopt met zoeken, het hield gewoon op.
Niko: En nu verblijf je in niet-weten.
Hans: Bij wijze van spreken.
Niko: Hoe kom ik daar?
Hans: Wie zegt dat je erheen kunt?
Niko: Jij bent er toch ook?
Hans: Denk je dat ik je er wel even heen kan teleporteren?
Niko: Beam me up, Hansie!
Hans: Of alleen maar een paar magische woorden hoef te fluisteren?
Niko: Simsalabim!
Hans: Alles is één! Zie dat je het kennen bent, niet het gekende! Er is alleen maar dit! Alles is bewustzijn! Het is altijd nu! Ik is een illusie! Lijden is een keuze! Vrije wil bestaat niet! Liefde overwint alles! Geen dood, geen vrees! De mens is in wezen goed! Je bent al verlicht maar je weet het nog niet!
Niko: Verlicht in 1 seconde.
Hans: Verlicht voor 1 seconde.
Niko: Jij gelooft het niet.
Hans: Ik herken het niet.
Niko: Hoe ging het dan bij jou?
Hans: Tergend langzaam. Millimeter voor millimeter, jaar na jaar. Vooruit of achteruit, dat weet ik nog niet.
Iedere steen heb ik moeten omdraaien, alles heb ik moeten onderzoeken. Elke aanname, elk standpunt, elk oordeel, elk ideaal, elk woord is ontelbare malen door mijn mallemolen gegaan.
Niko: Om overal van af te komen.
Hans: Ben je mal. Om nog iets over te houden. En terwijl ik daar druk mee was viel er onbedoeld steeds meer weg en werd mijn denken ongemerkt lichter.
Niko: En toen?
Hans: Kwam er een olifant met een hele grote snuit.
Niko: Voor jou is niet-weten geen bevrijdend inzicht.
Hans: Voor mij is niet-weten vrij zijn van inzicht.
Niko: Wat als je vrij bent van inzicht?
Hans: Dan heb je vrij uitzicht.
Niko: Waarop biedt niet-weten uitzicht?
Hans: Op niet-weten.
Niko: Niet-weten biedt uitzicht op niet-weten?
Hans: Wat dacht je dan?
Niko: Op de onbemiddelde werkelijkheid! Op de waarheid voorbij de woorden! Op je oorspronkelijk gezicht! Op het onzienlijke zien dat wij moeiteloos zien! Op het onzijnlijke zijn dat we moeiteloos zijn!
Hans: Ik heb geen idee waar je het over hebt.
Niko: Ik heb geen idee waar jij het over hebt.
Hans: Dat is precies waar ik het over heb.
Niko: Wat is precies waar jij het over hebt?
Hans: Geen idee hebben waar ik het over heb.
Niko: Tja.
Drie maanden later…
Beste Hans,
Zou je het besef dat we ‘zelfs niet weten van niet-weten’ (jouw woorden, ergens in de Agnosereeks), toch niet een bevrijdend inzicht kunnen noemen? Een flits in de duisternis? Verlichting?
Beste Niko,
Het besef dat we zelfs niet weten van niet-weten, is een besef, geen niet-weten. Het heet pyrronisme, een niet-lege leer die al bij de oude Grieken in zwang was. Pyrrho van Elis staat erom bekend.
Helaas, bewijzen dat we zelfs niet weten van niet-weten kunnen we niet, want bewijzen is weten. Pyrronisme is een dogma.
Niko: Maakt het wat uit?
Hans: Mij niet. Je mag het ook gerust een bevrijdend inzicht, verlichting of niet-weten noemen. Maar het is niet waar ik het over heb.
Niko: Het zijn nota bene je eigen woorden.
Hans: Om iets te weerleggen moet je eerst iets zeggen. Ik heb de zin die je aanhaalt vele malen op vele manieren gezegd en weerlegd.
Niko: Waarom zou je iets zeggen als je het toch gaat weerleggen?
Hans: Standbeelden richt ik op om ze neer te halen, niet om ze te aanbidden of er een kerk omheen te bouwen.
Niko: Heb jij iets tegen kerken?
Hans: Ieder zijn heiligdom. Als ik maar niet mee naar binnen hoef.
Niko: Waarom wil je niet mee naar binnen?
Hans: Omdat ik liever buiten speel.
Niko: Is niet-weten soms geen standbeeld voor jou?
Hans: Niet-weten is een wolk.
Niko: Misschien heeft jouw niet-weten wel niks met verlichting te maken, dacht ik vannacht opeens.
Hans: Een bevrijdend inzicht. Slaap zacht.