De lege leer bevat maar één stelling: geen stelling. Een ander woord voor geen stelling is een lege stelling.
Natuurlijk kan er maar één lege stelling zijn, want waarin zou de ene lege stelling van de andere moeten verschillen? Daarom kunnen we hem net zo goed de lege stelling, Ø, noemen.
Om het idee van de lege stelling, concreet te maken, kan je denken aan een stellig stilzwijgen of aan een ontstellend spreken door middel van loze uitspraken die niets beweren en niets voorschrijven of door middel van een reeks van tegenstrijdige uitspraken die gezamenlijk niets gezegd en niets ongezegd laten.
Net als de lege leer heeft de lege stelling geen vorm en geen inhoud. Ik bedoel, geen vorm en geen leegte – leer mij de zenboeddhist kennen.
Sterker nog, er ís geen lege stelling. Er is ook geen lege lering. Het zijn allebei maar gimmicks van de lege leerling. Net als de lege leerling zelf.
Zoals nul de gimmick is van de rekenaar. Zoals papier de gimmick is van de tekenaar. Het stelt niets voor en toch, juist daardoor, kan hij absoluut niet zonder. Kan ik absoluut niet zonder. Laat staan relatief. Wat donder.
Je mag de lege stelling ook het lege inzicht noemen. Niet-weten is dan inzicht in het lege inzicht.
Inzicht in het lege inzicht is een ander woord voor groot uitzicht.
Dan kijk je overal doorheen.