Wijsbegeerte – begeerte naar wijsheid – duidt op een verlangen naar vaste grond onder je voeten.
Willen weten wie je bent, willen weten wat de wereld is, willen weten wat waar is, willen weten wat waardevol is – willen weten is het lijdmotief [sic] van de denker.
Weten doet hij nog niet maar hij meent al wel te weten dat hij het ooit zal weten en dat hij dan beter af zal zijn.
Regels moet hij hebben, richtlijnen, wetten, spreuken, modellen, schema’s, motto’s, theorieën, verklaringen, openbaringen – iets, wat dan ook, om zonder slempen zijn geest te dempen.
Wijsbegeerte is weetgierigheid ingegeven door een onverzadigbaar verlangen naar absolute duidelijkheid en eenduidigheid.
De tegenhanger van wijsbegeerte is dwaasbegeerte.
Klinkt stom, maar niet stommer dan wijsbegeerte als je erbij stilstaat.
Dwaasbegeerte is het verlangen om nergens bij stil te staan
Het verlangen om de grond onder je voeten weg te voelen zinken.
Het verlangen om vrij te vallen.
Het verlangen om je voor eeuwig of minstens voor even te bevrijden van die eeuwige wijsheid.
Dwaasbegeerte is een expressie van lichtheid en luchtigheid.
Een pluis in de wind, een loze hint, een waarheid als een koe of kind.
Wie overloopt van dwaasbegeerte heet dwaasgerig.
In iedere wijsgier gaat een dwaasgeer schuil, maak ik mij graag wijs.
Of weet jij wel beter?