Een fraaie metafoor voor agnose is die van het echappement – een taalpurist zou zeggen de ontsnapper – van een uurwerk.
Het echappement is het mechaniek dat ervoor zorgt dat het uurwerk loopt en dat het gelijk loopt.
Het echappement bestaat uit verschillende onderdelen, waaronder twee wieltjes: de onrust en de rust.
De onrust is een tandloos wieltje in de vorm van een autostuur op een asje verbonden met een opwindveer.
De onrust slingert almaar heen en weer en drijft via een vorkje een tweede wieltje aan, de rust.
De rust, ook wel het echappements- of ontsnappingswiel genoemd, heeft asymmetrische tandjes, aan één kant hol, aan de andere kant bol, die bij de heengaande beweging van de vork vooruit geduwd worden en bij de teruggaande beweging afglijden – ontsnappen.
Door het aandrijven en afglijden wordt het heen-en-weer van de onrust omgezet in het gaan-en-staan van de rust, die na iedere tik even bij kan komen.
Dit als opmaat voor onderstaande beeldspraak, want we bedrijven hier geen klokkunde.
Denken is als het slingeren van de onrust die niet van ophouden weet.
Weten is als het gáán van de rust.
Niet-weten is als het stáán van de rust.
Gaan, staan, gaan, staan, gaan, staan…
Weten, niet-weten, weten, niet-weten, weten, niet-weten…
Tik! Pff. Tik! Pff. Tik! Pff…
Een agnost is een ontsnappingskunstenaar, zijn denken een echappement.
Dit alles bij wijze(r) van spreken.
Een geest is nou eenmaal geen uurwerk – maar wel zo getikt.