We dronken ter ere van de Vriend, bedwelmden onszelf nog vóór de schepping van de wingerd.*
Ibn el-Farid
*Wingerd: druivenstok, in het soefisme een indirecte verwijzing naar wijn en naar mystieke bedwelming. Vriend: 1. Allah, 2. derwisj.
Hans: We dronken ter ere van niet-weten, bedwelmden onszelf nog vóór de schepping van de Vriend.
Aya: Wou jij beweren dat de Vriend een illusie is?
Hans: We dronken ter ere van de nuchterheid, bedwelmden onszelf nog vóór de schepping van de illusie.
Ayah: Wat was er nog voor de schepping van de illusie en van de Vriend?
Hans: Yabbadabbadoo!
Ayah: Je lijkt wel dronken.
Hans: Dronken van niet-weten.
Ayah: Zat als een balletje.
Hans: Toeter als een tol.
Ayah: Probeer dan maar eens overeind te blijven.
Hans: Ik draai me overal uit.
Ayah: Hoe voel je je als je dronken bent van niet-weten?
Hans: Broodnuchter.
Ayah: Dronken van nuchterheid?
Hans: Als een wingerd in de lente.
Ayah: Hoe is dat?
Hans: Of je tegen een muur op rent.
Ayah: Wat als je het hoogste punt hebt bereikt?
Hans: Dan ga je uit je dak.