De alchemist sterft in pijn en frustratie terwijl de dwaas in een ruïne een schat ontdekt.
Saadi
Hans: Schatjagers, allebei.
Ayah: Wat voor schat, denk jij?
Hans: De alchemist sterft in pijn en frustratie omdat hij nergens God ziet. De dwaas leeft in vreugde en dankbaarheid omdat hij overal God ziet.
Ayah: Dat zal het zijn.
Hans: De alchemist leeft in blijde verwachting omdat hij overal goud ziet. De dwaas sterft in blijde verwachting omdat hij overal God ziet.
Ayah: Blijde verwachting is blijde verwachting, ik kan het weten.
Hans: De alchemist blijft maar naar de steen der wijzen zoeken terwijl de dwaas een ruïne als een schat kan zien.
Ayah: Ook mooi.
Hans: De alchemist sterft in pijn en frustratie terwijl de dwaas in pijn en frustratie een schat herkent.
Ayah: Diep.
Hans: De alchemist sterft hoe dan ook en de dwaas sterft hoe dan ook.
Ayah: De dood ontziet niemand.
Hans: Wat denk jij dat Saadi bedoelt?
Ayah: Zo te zien kun je er alle kanten mee op.
Hans: Misschien is dat wel de schat.
Ayah: Alle kanten op kunnen?
Hans: Een ander woord voor vrijheid van geest.
Ayah: Daar kun je ook teveel van hebben.
Hans: Ik krijg er nooit genoeg van.
Ayah: Dwaasheid.
Hans: Misschien is dat wel de schat.
Ayah: Wat?
Hans: Dwaasheid.
Ayah: Waarom dan die ruïne?
Hans: De steen der dwazen vind je overal.
Ayah: Zelfs in een bouwval.
Hans: Daar kun je op bouwen.
Ayah: In tegenstelling tot de steen der wijzen.
Hans: Je zoekt je rot.
Ayah: Terwijl iedereen loopt te wijzen.
Hans: Misschien is dat het probleem.
Ayah: Weet jij waar we hem kunnen vinden?
Hans: Probeer het eens bij Sisyphos.*
Ayah: Wie is dat nou weer?
Hans: Vraag het dan maar aan een alchemist.
* Sisyphos: figuur uit de Griekse mythologie die een zware steen tegen een steile helling op moest duwen. Telkens als hij boven was rolde de steen naar beneden en kon hij weer van voren af aan beginnen.
Wat voor schat zoek jij?
Zou je liever in een wereld vol dwazen leven of in een wereld vol wijzen?
Hoeveel kanten kun jij op?