Trotse toekomstige ouders zetten de eerste echo van hun baby even later al op Facebook. Smartphones, selfies en apps kleuren onze dagelijkse woordenschat. Zelfs de dood maakt niet langer een onderscheid tussen online en offline. Indien je altijd herinnerd wilt worden, kun je nu al je digitale nalatenschap regelen. De laatste generatie die nog een onderscheid kan maken tussen online en offline leeft vandaag. De huidige tieners en twintigers groeien onlife op.
Online, het boek van Katleen Gabriels is een wake-up call voor iedereen die denkt dat hij niets te verbergen heeft in de onlinewereld. De digitale revolutie zorgt voor een waaier aan mogelijkheden, informatie en kennis, maar stelt ook onze vrijheid, zelfstandigheid en waardigheid op de proef.
We worden niet enkel van bovenaf gecontroleerd, maar houden elkaar ook onderling in de gaten. Wat zijn de troeven en waar liggen de valkuilen in onze digitale wereld? Wat is nog persoonlijk en wat ligt te grabbel voor iedereen?
‘We zijn online van voor de geboorte tot na de dood. Uitloggen is een illusie. Daar moeten we ons dringend over bezinnen.’ – Katleen Gabriels.
Katleen Gabriels is doctor in de Wijsbegeerte en Moraalwetenschappen. Momenteel werkt ze als postdoctoraal onderzoeker aan de Vrije Universiteit Brussel. Katleen is gespecialiseerd in media- en computerethiek.
Het internet stelt een overvloed aan informatie en kennis ter beschikking, schrijft ze in haar boek. Toch zijn we, ironisch genoeg, nog al te vaak ongeïnformeerd. Simpele paswoorden zijn gemeengoed. Velen laten zich verleiden en misleiden door kortingen, voordelen en ‘gratis’ gebruik, zonder te beseffen dat ze betalen met privégegevens. Gebruikersvoorwaarden worden aanvaard zonder ze te lezen. We staan er te weinig bij stil dat algoritmen onze gedachten, keuzes en (aankoop)- gedrag kunnen sturen.
We versturen snel mailtjes, selfies of apps en geven gemakkelijk zoekopdrachten in via zoekmachines. Zo laten we sporen achter. Bovendien kunnen we nog altijd niet goed om met de reikwijdte, onomkeerbaarheid en snelheid van het wereldwijde web, waarvan we niet meer kunnen uitloggen.
‘Dees langsaemheit past groote zaecken’ schreef Joost van den Vondel. Gewichtige zaken hebben traagheid nodig. Bewustwording en uitdieping van de schaduwzijden vragen grondigheid. Neen, een terugkeer naar de (onbestaande) idylle van vroeger is niet nodig. Maar wel lessen trekken uit het verleden en de waan van de dag overstijgen om de problemen van vandaag en morgen aan te pakken. De beslissingen en oplossingen liggen in onze handen en vragen om mondigheid en ongehoorzaamheid.
De laatste generatie die, althans in het Westen, nog een onderscheid kan maken tussen online en offline leeft vandaag. De huidige tieners en twintigers zijn onlife opgegroeid: met deze term duidt informatiefilosoof Luciano Floridi de totale verwevenheid van online- en offline-ervaringen aan.
Graven met QR-codes
Ook de dood bestendigt niet langer een onderscheid tussen online en offline. In Vlaanderen zijn er kerkhoven waar graven uitgerust zijn met QR-codes: die codes kunnen worden gescand met een smartphone en geven zo toegang tot meer informatie over de overledene, zoals diens socialemediaprofielen of lievelingsmuziek. Familieleden en vrienden van overledenen sluiten onlineprofielen vaak bewust niet af, om een rouwhoek of een herinneringsplek te hebben en om de overledene virtueel voort te laten leven. Er bestaat zelfs een soort Facebook voor doden, waarop men een digitale pagina kan aanmaken om dierbare overledenen te eren en te herinneren. De overledene is er niet meer, maar leeft voort in de virtuele wereld. Met uitvaartverzekeringen kunnen we onze digitale nalatenschap regelen, door in ons testament op te nemen wat er na onze dood met onze profielen op sociale media moet gebeuren. Er zijn digitale kluizen zoals Safe in Heaven, die toelaten om verschillende documenten op één centrale digitale plek op te slaan. Bovendien kan men er informatie bijhouden over de nalatenschap van onlineaccounts.
Aanhoudend online
We kunnen dus stellen dat we aanhoudend online zijn. Ook mensen die ooit kordaat beweerden dat ze ‘nooit een smartphone nodig hadden’, gevolgd door de frase ‘wie wil in hemelsnaam altijd bereikbaar zijn?’, keren vierklauwens terug naar huis als ze hun telefoon vergeten zijn. Sinds de verspreiding van het world wide web in de jaren 1990 ontmoeten we elkaar steeds meer ín het netwerk. Verschillende aspecten van ons leven werden de afgelopen decennia gevirtualiseerd. Op de werkvloer verloopt professionele communicatie via e-mail en vergaderingen via Skype. Ook bij vriendschappen meanderen we tussen media: als een gesprek van persoon tot persoon beëindigd wordt, zetten we het voort via sms, Facetime, Skype, WhatsApp…
Wakker worden in 2020
Als alle apparaten met elkaar verbonden zijn, dan ziet een toekomstige ochtend er misschien als volgt uit. Je wekker weet wanneer je gewekt moet worden. Hij weet dat op basis van je eerste afspraak in je digitale agenda. De sensoren in je matras en hoofdkussen staan in verbinding met je wekker, zodat die jou op het juiste moment in je slaapritme kan wekken. Bovendien houdt de wekker rekening met mogelijke files, vertragingen bij het openbaar vervoer of slechte weersomstandigheden. Als je eerste afspraak geannuleerd wordt omdat de collega die de vergadering moest voorzitten ziek is, dan kun je wat langer slapen. Alle digitale agenda’s van je collega’s zijn immers met elkaar verbonden en sturen automatisch wijzigingen door. De wekker communiceert met de verwarming zodat het huis ’s ochtends heerlijk warm is tegen dat je opstaat. Uiteraard staat de wekker ook in verbinding met het koffiezetapparaat en eventueel met je broodrooster.
Bij je ochtendlijk toiletbezoek spoort het slimme toilet ziektes of afwijkingen op. Slimme tandenborstels houden je poetspatronen bij en waken ook over de mondhygiëne van je kinderen. De slimme weegschaal houdt gedetailleerd statistieken over je gewicht bij en kan ook in verbinding staan met je eetgerei, dat registreert wat, hoe snel en hoe vaak je eet, en dat je kunt corrigeren als je zondigt. Al die apparaten staan in verbinding met je smartphone, die als commandocentrum optreedt en van waaruit je je huishoudelijke apparatuur van op afstand kunt regelen en bedienen.
Klinkt dit als het scenario van een scififilm? Je hoeft eigenlijk niet te wachten tot 2020, want het merendeel van de apparatuur is al gewoon te koop, zoals met het net verbonden koffiemachines, eetgerei, tandenborstels en weegschalen. In de toekomst staan je bestek, tandenborstel en weegschaal misschien wel rechtstreeks in contact met de smartphone van je diëtist, tandarts en huisarts.
Wat gebeurt er met al die data? Vandaag zijn we online van voor de geboorte tot na de dood: uitloggen is een illusie. Hele mensenlevens worden vastgelegd in datasets. Door het internet der dingen verschuiven we naar een alles registrerende maatschappij waarin we onszelf, elkaar en onze omgeving via data benaderen. Dit heeft een enorme impact op onder meer de industrie, de gezondheidszorg en het openbare leven, maar ook op ons persoonlijke leven en op onze sociale relaties. Hoewel er onmiskenbare voordelen – zoals duurzaamheid, comfort en gemak – zijn, kunnen de probleempunten niet genegeerd worden. Slimme, met elkaar verbonden toestellen in huis zorgen ervoor dat bedrijven gewoon kunnen meekijken, waardoor je huis in de traditionele betekenis daarvan niet langer de afgescheiden privéruimte is. Je bezit de toestellen misschien wel, maar daarom niet alle data die erdoor gegenereerd worden. Het internet der dingen zet stevig in op voorspellende technologieën die, op basis van eerder vertoond gedrag, ons toekomstige gedrag trachten te voorspellen. Wearables zijn voorbeelden van overtuigende technologieën: de technologie tracht ons gedrag te sturen en te wijzigen. Dat hoeft niet per se een probleem te zijn, zolang we maar voldoende keuzevrijheid hebben. Het ligt eraan waarvoor de technologie wordt ingezet.
Een paradox van openheid
Met het internet der dingen staan we aan de vooravond van eeuwige technologische verbondenheid: objecten die nu nog offline zijn, zullen zich in het netwerk bij ons voegen. Slimme apparaten scheppen mogelijkheden, maar ook valkuilen. ‘
Privacy, een fundamenteel mensenrecht, wordt een schaars goed als burgers steeds doorzichtiger worden voor overheden, voor bedrijven en voor elkaar. Nochtans hebben wij allemaal iets te verbergen. Het gebruik van data, metadata, cookies en algoritmen bedreigt niet enkel onze autonomie en vrijheid, maar ook onze democratie.
AUTEUR: KATLEEN GABRIEL
AANTAL PAGINA’S: 279
UITVOERING: PAPERBACK MET FLAPPEN
ISBN: 978 94 014 3777 6
PRIJS: € 22,50
ISBN E-BOEK: 9789401439176
UITGEVERIJ: LANNOO