Zes jonge mensen, in een groepje bij elkaar. Vijf zitten er. De jongen staat, de armen gestrekt langs het lichaam. Het lijkt wel alsof hij ergens naar kijkt, maar je zou het ook peinzen kunnen noemen. Overdenken over wat er door iemand in het groepje wordt gezegd. Hij is in rust. Wie praat met wie? Het lijkt erop dat het meisje links op de foto het woord voert. Of net iets heeft gezegd voordat beeldend kunstenaar en fotograaf Mark Schalken de sluiter van zijn camera indrukte. Haar mond is half open, ze kijkt naar de jonge vrouw tegenover zich. Die heeft een lachende trek om haar mond en lijkt blij te zijn met wat er is gezegd.
De andere drie zijn stil op deze avond, op dat meditatieve moment, op deze plek. Zo ervaar ik dat. Een meisje lijkt haar handen gevouwen te hebben. Haar mond half open, het gezicht zo uitgelicht alsof ze een blinddoek voor haar ogen heeft. De nacht werpt zijn schaduw. Op de voorgrond is in de haren van een andere jonge man of vrouw een krans van licht te zien. Wat restlicht, alleen zichtbaar door het zwart van de donkere avond.
De foto fascineert mij mateloos, door zijn kracht? Het fotoboek van Mark ligt op een tafel achter me. Ik weet dat als ik het boek tevoorschijn haal, ik het zal openslaan op de plek waar die foto is afgebeeld. Het geeft spanning en rust. Beelden uit het verleden zetten zich vast als ik naar die foto kijk. Het werk in mijn doka, lang geleden, de verrassing als de film uit de beker met ontwikkelaar werd gehaald. De lucht van azijnzuur. Het negatief dat me blij maakte. Zwart-wit fotografie, films opwaarderen door ze te koken als het ware. Het werk van de waarnemer, niet de regisseur of schepper.
Elke foto geeft het verleden weer. Ik word in die foto van Mark naar binnen gezogen. Wat is het dat ik zie, wat ik veronderstel te zien? De geur van drukinkt versterkt het gevoel dat bij mij binnenkomt. Maar ik kan het niet benoemen. Waar ging het die avond over? Ik ben er door die foto van Mark bij maar weet niet waarover ze spraken. Zes jonge mensen, bij elkaar in een voor de toeschouwer stomme film. Schijnbaar met elkaar verbonden in hun door de fotograaf bevroren energieke aanwezigheid. Het nu, korter dan een seconde opende de lens zich. Het gevaar out there is buitengesloten door die deken van duisternis, de kring waarin ze zitten. Voor de eeuwigheid vastgelegd door een camera. Nee, die foto doet mij niet terugverlangen naar mijn eigen jeugd, dat zou dat verstilde beeld van Mark geweld aan doen. Mijn toen is anders. Elk moment heeft zijn eigen beeld.
Deze indrukwekkende foto staat in het fotoboek Polderlichaam, over de Noordoostpolder, waar Mark Schalken jarenlang heeft gewoond. Het is een boek geworden van een jongen die vertrok, zegt Mark. En weer terugkeerde. En daarmee mensen ontroerde.