De redactie van het Boeddhistisch Dagblad is geïnteresseerd in de ervaringen van mensen die het boeddhistisch pad volgen. De leer bestuderen en praktiseren. Al of niet op een kussen of in een sangha of in je eentje. Ben je zo’n iemand en wil je je ervaringen delen- hoe je het boeddhisme hebt ontdekt, wat het je opbracht en niet, je teleurstellingen en hoop, je verwachting, welke richting je volgt en waarom, of als je het boeddhisme weer hebt verlaten- stuur ons jouw ervaringen in een niet zo’n heel lange tekst toe om in de serie Boeddhistische doeners en denkers gepubliceerd te worden.
Het nog niet geheel verlaten pad
‘In de jaren zeventig van de twintigste eeuw raakte ik bijna de weg kwijt door alle nieuwe stromingen die op mij afkwamen. In de film Woodstock zag ik een man die een boeddhistisch-achtige ademtechniek demonstreerde. Dat sprak me erg aan. In 1973- op weg naar Afghanistan, ontmoette ik Jeanie die met regelmaat in boeddhazit mediteerde. Een paar jaar later kocht ik een Penguin van de Dhammapada en de Upanishads. Weer jaren later las ik daar hoofdstukken in.
In 1987 verbleef ik een half jaar in een psychiatrische kliniek waar ik tijdens de wekelijkse rustkuur iets deed dat op het boeddhistisch vlak volledig ontspannen leek. In 2012 schreef ik een brief aan het Bisdom Rotterdam met het verzoek mij uit te schrijven uit het doopregister der Rooms-Katholieke Elizabeth-parochie aan de Mathenesserlaan. Toen steunde ik al jaren de Internationale Tibet Campagne en voelde ik mij een aanhanger van de Dalai Lama. Ook werd ik toen lid van het Humanistisch Verbond.
Ben ik nu een humanist of een boeddhist? Ik heb geen vaste tijden waarop ik “zit”. Dat zitten heb ik trouwens alleen onregelmatig gedaan in de eerder gemelde jaren ‘70. Wanneer het nodig is probeer ik mijn geest leeg te maken. Meestal liggend doe ik dan ademhalingsoefeningen zoals de man uit Woodstock. Zoals in de kliniek.
Dat helpt. Ik ben drie jaar geleden naar een Chinees-boeddhistische tempel in Utrecht geweest. Dat was mooi. Ik lees de stukken van Joop Hoek in het Boeddhistisch Dagblad en snel de koppen. Dat is het.’