De redactie van het Boeddhistisch Dagblad is geïnteresseerd in de ervaringen van mensen die het boeddhistisch pad volgen. De leer bestuderen en praktiseren. Al of niet op een kussen of in een sangha of in je eentje. Ben je zo’n iemand en wil je je ervaringen delen- hoe je het boeddhisme hebt ontdekt, wat het je opbracht en niet, je teleurstellingen en hoop, je verwachting, welke richting je volgt en waarom, of als je het boeddhisme weer hebt verlaten- stuur ons jouw ervaringen in een niet zo’n heel lange tekst toe om in de serie Boeddhistische doeners en denkers gepubliceerd te worden.
‘Ik ben christelijk opgevoed, protestants. Maar ik had al vrij snel het idee dat er iets niet helemaal klopte. Ik had geluk want ik zat bij het enige ware geloof en dat kon ik niet plaatsen. Hoe zat dat dan met al die andere mensen die een ander geloof aanhingen? Dus ging ik op onderzoek uit. Ik was denk ik rond de 20 en deed best wel juist datgene wat het christendom verbood. Op zondag naar de discotheek, een biertje drinken, motorrijden en natuurlijk naar de feesten die erbij hoorden. En ondertussen las ik zo nu en dan een boek over het boeddhisme, soefisme maar ook wel over het christendom.
Ik was eigenlijk helemaal overstag toen ik letterlijk las dat ‘het goddelijke’ in jezelf zit en dan natuurlijk in ieder mens. Nu kon ik alles plaatsen en uitleggen. Het goddelijke zit in een ieder maar is ondergesneeuwd door allerlei aardse zaken. Dit bracht mij dichter bij het boeddhisme.
Ik ben niet de man die het van de daken schreeuwt en ook niet dat ik er nu 24 uur per dag mee bezig ben. Wel heb ik mede door het ontdekken van het boeddhisme een studie psychologie gevolgd. Deze twee zijn eigenlijk onlosmakelijk met elkaar verbonden. (Carl Yung). Ook doordat ik deze weg heb genomen doe ik twee keer in de week aan yoga. Meditatie, dat doe ik nog veel te weinig en mijn streven is dit uit te breiden. Het brengt mij rust.
Door mijn toch wel rechtse opvoeding hang ik nog wel steeds aan het feit dat waar je hard voor heb gewerkt ook daadwerkelijk echt van jou is en dit niet hoeft te delen maar mag delen. Daar botst het nog weleens. Nu, net 50 jaar geworden, kijk ik tevreden achterom, nergens spijt van, en voor mezelf juiste keuzes gemaakt.
Zoals een wijs man ooit zei: Je moet niet mediteren om Boeddha te willen worden, dat is geforceerd. Je moet mediteren omdat het je past.’