Het boeddhisme wordt gezien als een geweldloze religie. Ahimsa heet het in het Sanskriet en het Pali. Himsa betekent letsel, beschadiging. Ahimsa is ‘niet beschadigen’. Het wordt onder andere uitgedrukt in de vijf sila’s: niet doden, niet stelen, geen seksueel misbruik, niet onwaarachtig spreken en geen misbruik van bedwelmende middelen. Sila kun je vertalen als deugd of ethiek.
Op het eerste gezicht klinkt dat mooi en eenvoudig. Zodra het wat praktischer wordt, roept het veel vragen op. Zijn we echt tegen iedere vorm van geweld? Wie van ons belt niet de politie, als er bij hem ingebroken is? Wie van ons vindt dat iemand die met een aanslag dreigt, niet met geweld overmeesterd mag worden?
We zijn geneigd het boeddhisme op te vatten als een religie zoals de religies waar we hier mee opgevoed zijn. Dan worden de vijf sila’s, vijf verboden: ‘Gij zult niet … !’ Maar je ziet de Boeddha nooit met dat opgeheven vingertje zwaaien. In plaats van ‘gij zult niet …’ redeneert hij in termen van ‘als-dan’. Als je geen lijden wil veroorzaken, zijn er een aantal dingen die je beter niet doet. En ook al zijn er algemene richtlijnen, de vraag stelt zich in iedere concrete situatie opnieuw.
Van mindfulness werd al gezegd dat het de ethische grondslagen van het boeddhisme mist. De hel barstte helemaal los toen bleek dat het Amerikaanse leger mindfulness gebruikt bij de opleiding van soldaten. Mindfulness voor sluipschutters? Schande!
Ik geef toe dat dat ook mijn eerste reactie was. Het is weer allemaal gemakkelijk van op afstand. Ik heb alle respect voor iemand die ijvert voor de afschaffing van het leger en voor unilaterale ontwapening. Maar in afwachting van een democratische meerderheid daarvoor, moeten we toch alles in het werk stellen om te beletten dat er burgerslachtoffers vallen, dat gevangenen gefolterd worden, dat veteranen in de goot sterven met een spuit in de arm.
Reginald Verhofstede nam als para deel aan de humanitaire missies naar Somalië en Rwanda. Op zijn blog schrijft hij: ‘Wij waren opgeleid om te vertrekken, niet om terug te komen.’ Thich Nhat Hanh zegt dat je bij de oorlogsslachtoffers de kinderen van de teruggekeerde soldaten moet rekenen. Als mindfulness daar kan bij helpen, please do. Als je naar de Boeddha zelf kijkt, zie je ook hem bereid om iedereen onderricht te geven, zelfs wrede tirannen als koning Pasenadi en Ajatasatu.
Een ‘als-dan’ ethiek is een andere insteek op het ‘is/ought’ probleem (de kloof tussen wat is en wat zou moeten). De vraag: ‘wat is geweld’ wordt dan: ‘hoe veroorzaken we lijden?’ Voor mij is de basis van ethiek het bestaansrecht erkennen van de ander. Als we dat niet doen veroorzaken we onnoemelijk veel lijden.
De eerste sila is dan ook ‘niet doden’. We kunnen het bestaansrecht van de ander proberen te ontkennen. Maar we kunnen er niet aan ontkomen, om de eenvoudige reden dat de ander bestaat. We leven nu eenmaal op een bolvormige planeet. We zullen moeten samenleven. We kunnen de ander doden. Er zijn genocides gebeurd. Het enige gevolg is een oeverloos lijden.
Ook een politieman of militair die een terrorist neerschiet, zal daaronder lijden. Dat wil niet automatisch zeggen dat hij het niet had moeten doen. Wellicht heeft hij veel meer levens gered dan vernietigd. Maar aan het lijden onder het besef een mens gedood te hebben, ontkomt hij niet.
De tweede van de vijf sila’s is ‘niet stelen’ (niet nemen wat niet gegeven is). Ook dit gaat over het zelfbeschikkingsrecht van de ander. De ander aan onze behoefte onderwerpen en ons toe-eigenen wat niet gegeven is, is geweld, is uitbuiting.
Het is geen belerend gemoraliseer. De gigantische kloof tussen rijk en arm in de wereld is het gevolg van uitbuiting, van kolonisering. Een te grote spanning creëert een explosieve situatie. Zo komt een aanhoudende vluchtelingenstroom op gang, over dat spanningsveld heen. We kunnen iedereen proberen terug te sturen, we kunnen muren bouwen. We kunnen roepen: ‘eigen volk eerst’. Het zal niet baten zolang het spanningsveld blijft bestaan.
Betekent dat dat we al onze bezittingen moeten weggeven? Alweer die simplistische oplossingen. Het betekent dat we geweld als geweld moeten herkennen en niet domweg moeten meegaan in een retoriek van muren bouwen en uitsluiten. Het zal nooit werken.
De derde sila is ‘geen seksueel misbruik’. De Boeddha vindt het nodig om het apart te noemen. Helaas heeft hij daarmee niet al die schandalen van seksueel misbruik in het boeddhisme kunnen voorkomen.
Het hoeft, hoop ik toch, geen betoog dat seksueel misbruik een grote bron van lijden is. Het is niet de seksuele handeling op zich. Het gaat niet over homoseksueel of heteroseksueel. Het gaat niet over binnen of buiten het huwelijk. Het gaat zelfs niet over leraar of leerling.
Ook hier is het een kwestie van bestaansrecht, het bestaansrecht van het perspectief van de ander. Het gaat over het erkennen van de integriteit van de ander. Het gaat over het respecteren van de grens van de ander. Het gaat over het erkennen van het ‘nee’ van de ander. Het gaat erover dat ik de ander niet aan mijn behoefte onderwerp.
De vierde sila is ‘niet onwaarachtig spreken’. Veel actueler kan het niet. Het toonaangevende Britse woordenboek Oxford Dictionaries koos ‘post-truth’ tot het woord van het jaar 2016. Het wordt gedefinieerd als: omstandigheden waarin objectieve feiten minder invloed uitoefenen op de publieke opinie dan emoties en persoonlijke overtuigingen.
Onze hersenen zijn blijkbaar zo geschakeld dat we iets als waar ervaren als het een sterke emotionele lading heeft. Als iemand met veel emotie en heel congruent een ‘waarheid’ verkondigt, zijn er meteen mensen die daarin meegaan, zonder nog om de objectieve feiten te geven.
Congruentie is daarbij belangrijker dan consistentie. Als je het maar met volle overtuiging doet, zonder aarzeling, dan kun je vandaag het omgekeerde verkondigen van gisteren en mensen zullen blijven applaudisseren. Wie niet gehinderd wordt door schaamte of schuldgevoel komt daar probleemloos mee weg. De politiek heeft ons voldoende voorbeelden gegeven. Wie voorzichtig, onderzoekend, met nuance op zoek gaat naar de ware toedracht moet niet op applaus rekenen.
Ook het manipuleren van de angst valt hieronder. Leidt ons spreken tot vertrouwen of zaaien we angst? Zonder vertrouwen is een samenleving niet mogelijk. Er zijn altijd voorbeelden te vinden die ons vertrouwen tegenspreken. Voor sommigen lijkt angst inboezemen op korte termijn effectiever dan vertrouwen bewerkstelligen. Op lange termijn leidt het tot een onleefbare wereld. We moeten blijven beseffen dat er ondanks alles nog altijd meer liefde dan geweld is. Anders zou de mensheid niet meer bestaan.
De vijfde sila is ‘geen misbruik van bedwelmende middelen’. Hier gaat het over ons eigen bestaansrecht. Als we onze geest bedwelmen tasten we ons eigen bestaan en onze eigen waardigheid aan. Dat maakt ons blind en ongevoelig voor het lijden. De Boeddha leert ons onze geest cultiveren en helder en aanwezig te blijven, bij het geweld in ons eigen hart en in de wereld om ons heen. Als we helder blijven en bewust, kunnen we geweld als geweld herkennen. Dan kunnen we er voor kiezen om ons er niet in te laten meeslepen, er niet aan deel te nemen. Dat is een grote verantwoordelijkheid. Daarvoor komen we hier zitten. Daarvoor mediteren we.