Gisteravond, na de meditatie in Rotterdam. Frank Uyttebroeck leest een tekst voor die ontroert:
Try to be mindful, and let things take their natural course.
Then your mind will become still in any surroundings, like a clear
forest pool. All kinds of wonderful, rare animals will come to drink
at the pool, and you will clearly see the nature of all things. You
will see many strange and wonderful things come and go, but you will
be still. This is the happiness of the Buddha.*
Vandaag komt er een bericht binnen bij het Boeddhistisch Dagblad.
Om de paar jaar keert de boeddhistische non Yeshe naar haar vaderland Australië terug, om bij te komen van de inspanningen van haar liefdadigheidswerk in sloppenwijken in India. Ze knokt daar al jaren voor gelijke rechten van vrouwen en mannen, rijken en armen. Maar werkt, met het opzetten van een studiecentrum, vooral met vrouwen en kinderen. Voor hen wil Yeshe mogelijkheden scheppen om hun vooruitzichten te verbeteren.
Yeshe groeide op in de landelijke omgeving van Cooma, een stad in New South Wales, in het zuiden van Australië. Toen ze veertien jaar oud was, stierf haar vader aan kanker. Dat bracht haar bij de vraag wat de zin van het leven is. Op vijftienjarige leeftijd vertrok ze uit Australië en tijdens een reis door Nepal en India kwam ze op zeventienjarige leeftijd in aanraking met het Tibetaans boeddhisme. Ze besefte toen dat zij haar oude leefwijze nooit meer op zou kunnen pakken.
Meditatie hielp haar haar nieuwe leven vorm te geven, en met ontwikkeld mededogen anderen te helpen. ‘Ik richt me nu meer op anderen, minder op mezelf’. Zij merkt dat mensen mediteren als iets exotisch zien. ‘Ze besteden wel veel aandacht aan het schoonhouden van hun lichaam, terwijl meditatie ons helpt ons geestelijk gezond te houden’.