Kathelijn, 26, Arnhem, vraagt zich af: Zou meditatie, net als chocola, een natuurlijke behoefte moeten zijn? Diep weggestopt in een Duits retraite oord, waar ik verder niets te doen heb, mediteer ik vanzelf een eind weg. Maar eenmaal terug thuis komt het er niet van. Zal ik het voorlopig dan maar gewoon laten zitten?
~ Kathelijn, 26, Arnhem ~
Als ik een kort antwoord mag geven: Nee!
Als ik een ander kort antwoord mag geven: Ja!
Als ik een wat langer antwoord mag geven: heel interessante vraag!
Vooral omdat er zoveel woordvallen in zitten. ‘Woordval’ is geen officieel Nederlands woord, maar ik gebruik het graag. Het is een denkvalstrik die met een woord meereist. Het zet je onbewust vast in een veronderstelling. Lastige dingen, die woordvallen. Maar wel heel bevrijdend om te ontmaskeren. Daarom vind ik deze vraag zo prettig: ze is een echt nest van woordvallen. Bijvoorbeeld het woordje ‘natuurlijk’. Het ziet er leuk uit, het klinkt als iets nobels. Maar let op, want ‘natuurlijk’ is een eersteklas bedrieger. Zoals hier:
“Zou meditatie, net zoals chocola, een natuurlijke behoefte moeten zijn?”
Is chocolade een natuurlijk behoefte? Denkt iemand dat echt? Nee toch? Het zou een ramp zijn als dat wel zo was, want de cacaoboon werd pas in de vijftiende eeuw in Europa geïmporteerd. Hoe zouden Europeanen al die miljoenen jaren daarvoor overleefd hebben, als het om een natuurlijke behoefte ging?
Nee, ‘natuurlijk’ is hier niet meer dan een poging om het banalere woord ‘gemakkelijk’ te verdoezelen. Het is inderdaad heel gemakkelijk om chocolade te willen. Zoals elke verslavende stof makkelijk te verlangen is. Zo gemakkelijk dat we onszelf wijsmaken dat we het nodig hebben. Als we deze woordval wegnemen, klinkt onze vraag al een beetje anders:
“Zou het niet gemakkelijker moeten zijn om zin te hebben in meditatie?”
Mooi. Maar voor ik bezwijk aan de verleiding om een antwoord te bedenken, wordt mijn aandacht getrokken door een tweede woordval: ‘zou moeten zijn’.
‘Zou moeten zijn’ betekent letterlijk dat er een kloof is tussen een goede wereld en de wereld zoals hij is. Daar kan ik me wel in vinden. We hebben genoeg in petto om vrijer en gelukkiger te zijn dan we nu zijn. Dus, ja, het zou moeten kunnen. Daarin zit de woordval niet. Wel in een nauwelijks merkbare ondertoon die hier in ‘zou moeten zijn’ meereist. Een toon die zegt: ‘Als het niet gemakkelijk is, tja, dan werken die dingen misschien gewoonweg niet bij mij. Ik weet niet waarom. Door de maatschappij misschien, of door mijn opvoeding, of mijn DNA. Hoe dan ook, als meditatie me niet vanzelf verleidt, zoals chocola, dan is het wellicht niet authentiek iets voor mij. Niks aan te doen. Later misschien. Als de omstandigheden beter zijn. Maar nu niet.’
Heel mooi! Onze vraag wordt steeds helderder:
“Ik denk dat wil mediteren. Maar is het normaal dat het op de één of andere manier tegen de stroom van mijn zin en tegenzin ingaat?”
Ik blijf moedig weerstaan aan de verleiding om een antwoord te geven, want hier zien we warempel de allergrootste woordval! Niet in een woord, deze keer, maar in het vraagteken op het eind. Dat is namelijk geen echt vraagteken. Het is eerder een uitroepteken dat zo schrikt van zichzelf dat het zich probeert te verbergen.
Deze vraag is geen vraag. Het is een besef. Want het is nogal wiedes dat meditatie te maken heeft met de zoektocht naar een ander soort van leven dan als speelbal van onze zin en tegenzin. Maar dat zint onze zin niet! Dus zadelt onze tegenzin ons met zo’n onrust op dat we er niets van willen voelen. ‘Ach, laten we die hele meditatie dan maar meteen helemaal vallen…’
Dit kan een heel interessant moment zijn als we merken dat hier ook een ander besef meespeelt: een leven geleid door zin en tegenzin is niet zo’n gelukkig leven. Het is gegarandeerd onbevredigend. Het doet ons allerlei idiote dingen willen en ons leven wordt ingewikkeld, verward en miserabel. En zelfs al weten we dat, zelfs al ervaren we dat aan den lijve, die zin en tegenzin houdt toch niet zomaar op. Dat schept een zeker conflict in ons leven. Aan de ene kant voelen we dat er iets van grote waarde in meditatie zit. Aan de andere kant merken we dat we dat besef nog liever wegmoffelen in de drukte van ons leven dan dat we er actief ruimte voor maken. Als in deze zin al een vraag zit, is het eigenlijk een heel andere:
Wil ik wat meditatie met me kan doen ook werkelijk toelaten in mijn leven?
Onze vraag is helemaal gekanteld nu. We begonnen met onszelf voor te stellen als slachtoffers van een lastige situatie, en nu gaat het plots over welke keuze we willen maken. Wij zelf. Bewust. Voor ons leven. Nu.
Vanzelfsprekend mogen we stoppen met mediteren als het ons niets lijkt. Maar als we op de één of andere manier hebben ervaren dat meditatie zinnig kan zijn, is dit niet het moment om af te haken. Want precies hier toont zich een open deur naar een vrijer en fijner leven. Daarom was mijn eerste korte antwoord op ‘Zal ik het maar laten zitten?’ ook ‘Nee!’
Hoe blijf je het volhouden dan, met al die tegenzin die in je giert? Om die lastige kaap te nemen, kan het helpen om niet tegen je zin te mediteren, maar samen met je tegenzin. Dat is heel anders. Daarom was mijn eerste antwoord ‘Ja!’ Laat het maar zitten. Letterlijk. Laat je tegenzin mee zitten, terwijl jij je zitoefening doet. Je tegenzin mag er zijn. Verwelkom haar. Zo wordt mediteren gemakkelijker. Lichter. Krachtiger. Ruimer. En – ja, hoor – natuurlijker.
Deze column van Tom Hannes is afkomstig van Bodhitv een jongerenwebsite van de Boeddhistische Omroep. Het BD heeft een samenwerkingsovereenkomst met deze site.
Annemiek Deerenberg zegt
Heel leuk inzichtgevend stukje.
Edel Maex zegt
Ik verkies Genpo’s antwoord
‘Try to stop!’
Tom Hannes zegt
Ik vraag me vooral af wat er eigenlijk op dat fotootje staat…
Joop Ha Hoek zegt
Op dat fotootje was een mediterende mevrouw te zien. We hebben er nu een plaatje van een andere mediterende mevrouw voor in de plaats gezet.