Laatst zag ik op de EO de ‘Dochter van de dominee’, in een docufilm vertelde een jonge vrouw haar vader, een dominee, haar moeder, en haar broers dat zij zich liet uitschrijven uit het register van de kerkgemeenschap waar zij lid van was en haar vader de predikant. Zij geloofde niet meer in God.
De jonge vrouw kwam zelf niet in beeld tijdens die gesprekken, haar ouders en broers zaten in een decor waarin een kamer was nagemaakt in een woning waar het gezin ooit woonde en gelukkig was. De jonge vrouw zei tegen haar ouders dat zij het moeilijk vond om ze te kwetsen door haar uitschrijving. Haar ouders zeiden dat zij een basis hadden gelegd in de jeugd van de jonge vrouw maar dat zij nu haar eigen weg moest gaan en dat zij dat niet in de weg stonden. Ik voelde de pijn van de predikant maar ook de liefde die hij had voor zijn kinderen. Het was een indrukwekkende docu, zo integer, zoals alleen de EO die kan maken en uitzenden.
Ik heb me zelf ook eens laten uitschrijven- uit het register van de Nederduits Hervormde kerk, waar ik door mijn moeders liefdevol handelen lid van was gemaakt. Het was in een tijd dat er kerkbelasting werd betaald, zoveel percent van je inkomen, en aanslagen kreeg opgelegd. In ons gezin geloofde niemand in een God maar mijn grootouders van moeders kant waren lid van de CHU en ARP en baden voor het eten. ‘Heer, zegen deze spijze, amen’. De dominee van mijn oma heette Godthelp van zijn achternaam, je krijgt het niet verzonnen, en omdat mijn grootouders heel vroeger geen telefoon hadden moesten wij als kleinkinderen de dominee vragen weer eens een keer langs te komen.
Ik ben zelf gedoopt door dominee Calf, in de Sint Laurenskerk in Rotterdam, mijn moeder wilde haar ouders daar een plezier mee doen. Lange tijd was ik daarvan onwetend, tot de aanslagen kwamen.
Ik ben geen gelovige maar ook geen ongelovige man. Het maakt me niet uit. Nooit riep ik God aan of vervloekte hem. Nou, één keer, toen mijn eerste liefdesrelatie met een prachtig jong meisje uit een zwaar christelijk artikel 31 milieu uit raakte en ik duizend kilo ten prooi viel aan liefdesverdriet, heb ik God gesmeekt, ik meen met gevouwen handen: ‘Stuur haar terug, Here’. Maar dat gebeurde niet, het was ook laf om dat te vragen, en mijn ex-geliefde vervolgde haar opleiding tot verpleegkundige.
Van mijn huidige vriendin, de kleindochter van zeevisser Thijmen, mag ik de namen van God en Jezus niet uitspreken. Dat leidt alleen maar tot oorlog en ellende, vindt ze. Als ik tegen haar in codetaal zeg: ‘Jonge, jonge,’ dan weet zij dat ik God en Jezus bedoel. En zo hebben we allemaal wat.
De moeder van mijn kinderen kwam uit een zwaar rooms-katholiek milieu. Haar oma vertrouwde mij niet helemaal in godsdienstige zin en liet mijn gangen natrekken. Nederduits, daar had ze nog nooit van gehoord. Mijn schoonvader was tijdens de Duitse bezetting in hun woonhuis in Grave ondergedoken, in een geheime bergplaats, maar dat was van een andere orde.
Moedig voorwaarts!
BIJSLUITER: het lezen van deze columns kan leiden tot groot geestelijk ongemak, woedeaanvallen, depressies, onbeheerst gedrag, angstaanvallen, maagzuur, zweten, ongeloof, twijfel aan eenieder, straatvrees, lange tenen en het geloof in het eigen gelijk. Bij de lezers. Scheldpartijen en een onbedwingbare drang om te reageren zijn waargenomen. Sommigen willen mij corrigeren. Of bedanken. Of prijzen. De drang om in verzet te komen is waargenomen, het abonnement op te zeggen. Sommigen besluiten de krant niet meer te lezen, of te boycotten. Er kwaad over te spreken. Te janken of te vloeken. De straat op te gaan om te demonstreren maar niet weten waartegen. Het boeddhisme de rug toe te keren. Of aan de drugs te gaan. En zo gaat het maar door.