Iedereen communiceert. En hoewel menigeen denkt zelf goed met alles en iedereen te communiceren, weten de meeste mensen vaak niet eens wat communiceren eigenlijk inhoudt, laat staan dat ze correct inschatten hoe goed – of beroerd – ze dat doen. Omdat er evenwel zowel in boekwinkels als op internet zeer veel over communicatie tussen mensen is te vinden, gaan wij daar nu niet op in. Daar is de communicatiewetenschap voor.
Communiceren met alles dat er is, is in wezen bijzonder eenvoudig en tegelijkertijd behoorlijk ingewikkeld. Vrijwel niemand doet het goed. Er komt nogal wat bij kijken.
Communiceren bestaat uit het leggen en onderhouden van een verbinding tussen een individu en één of meer wezenlijk bestaande zaken, met als doel het uitwisselen van informatie. Dat kan alleen als de verbinding open is. Die verbinding zorgt ervoor dat er energie-in-formatie van de een naar de ander kan stromen. Je kunt nooit alleen informatie uitwisselen, er gaat altijd energie mee!
Bij éénrichtingsverkeer stroomt de energie in-formatie slechts één kant op. Je kunt dat een beetje vergelijken met een lopende kraan -er stroomt nooit water de kraan weer in!- of met een stofzuiger –die zuigt alleen-. Je kunt het vergelijken met iemand die alleen maar praat, en nooit luistert -of andersom-.
Bij tweerichtingsverkeer is er sprake van een soort pingpong situatie. De stroom gaat dan weer de ene, dan weer de andere kant op. Het zegt niets over evenwichtigheid of gelijkwaardigheid. Het is mogelijk dat de ene kant méér “geeft” dan de andere kant, en/of meer “ontvangt”. Daarnaast spelen kwaliteit en kwantiteit een rol. Voorbeeld: Sommige mensen praten veel zonder iets te zeggen, terwijl anderen veelzeggend zwijgen. Veel communicatie vindt zonder woorden plaats!
Om te kunnen communiceren moet je je wel openstellen. Dat doe je door in gedachten jezelf voor te stellen dat je een stolp weghaalt of wegdenkt die over je heen staat.
Je kunt nu communiceren met al wat is en er kan contact met je worden opgenomen door dieren, planten, en allerlei onstoffelijke wezens. Nadeel: je kunt ongewenste contacten krijgen. Kortom: blijf alert!
Wanneer je heel bewust besluit om met alles wat is te communiceren, kan het zijn dat je daar langere tijd helemaal niks van merkt. Wat wil je? Wanneer je jaren en jaren lang onbereikbaar bent geweest, heb je echt kans dat geen enkele entiteit meer interesse in je heeft. Dat moet eerst weer bekend worden.
Communiceren is meer dan zenden alleen. Je moet (en misschien wel vooral) ontvangen, luisteren. En je moet geduld oefenen, want je zit niet één, twee, drie op dezelfde golflengte als degene(n) aan de “andere kant”. En als je wél op dezelfde golflengte zit, moet je nog leren vertrouwen op communicatie zonder woorden, maar in plaats daarvan in beelden, door middel van gevoelens, ervaringen. Het draait om intenties.
Iedereen zendt de hele tijd allerlei berichten naar de omgeving uit, zonder woorden te gebruiken. Je denkt er geen seconde bij na, omdat het vanzelf gaat.
Je zendt bijvoorbeeld onbedoeld uit dat je alleen over straat loopt; dat je met je mobiele telefoon bezig bent; dat je haast hebt (‘opzij opzij opzij’); of dat je ligt te slapen (je snurkt!); je stierlijk verveelt (onderuit gezakt op de bank zitten gapen) of seksueel geprikkeld wordt door wat je ziet (een erectie?).
Nog een paar voorbeelden:
Iemand komt bij jou in de buurt en de verbinding wordt net als bij bluetooth automatisch gelegd. De informatiestroom gaat verder helemaal vanzelf.
Op het moment dat die ander jou ziet, komt er informatie over jou via zijn ogen bij hem binnen en die info kan hij vervolgens uitleggen als: jij bent een man of vrouw, je bent jong of oud, dik, dun of “gewoon”, enzovoorts.
Je krijgt informatie, of je wilt of niet. Dat geldt eveneens voor de persoon die jouw kamer binnenkomt. Hij ziet jou. Zit je in een stoel of sta je? En als je zit, hoe dan? Wiebelend? Onderuit-gezakt? Kaarsrecht? Met opgetrokken benen?
Zelfs als je woorden gebruikt, communiceer je niet alleen verbaal (= met woorden), maar tegelijkertijd non-verbaal (zonder woorden).
En dan heb je nog gebaren, mimiek, het gebruik van stiltes; de manier waarop je kijkt, en allerlei andere zaken. Allemaal non-verbaal! Non-verbale communicatie is doorgaans directer en krachtiger dan woorden. Wat geloof jij bijvoorbeeld als iemand hoofdschuddend ‘ja’ zegt? Of wat denk je wanneer iemand met gebogen hoofd en hangende schouders beweert gelukkig te zijn? En wat denk jij wanneer iemand nerveus en zwetend, zonder je aan te kijken, zegt de waarheid te spreken?
Mensen geven soms tegenstrijdige signalen aan elkaar en die veroorzaken gemakkelijk misverstanden. Dat mensen dat doen kan liggen aan: onzekerheid; zwak ontwikkelde sociale vaardigheden; verlegenheid; verkeerd interpreteren; verschil in denksnelheid; emoties enzovoorts. Het probleem kan zowel bij de zender als de ontvanger of zelfs bij beide liggen.
Wanneer je zendt of ontvangt gebeurt er van alles in jezelf! Zowel de binnenkomende als de uitgaande energie en informatie gaat door allerlei filters. Jouw belangrijkste filter is dat van jouw interpretatie, anders gezegd: het filter van jouw opvattingen en verwachtingen!
De andere partij heeft ook opvattingen en verwachtingen. Zonder zorgvuldige check is het alles behalve zeker dat die opvattingen en verwachtingen met elkaar overeenkomen. Daardoor kan het zijn dat je niet hoort wat de ander zegt, maar hoort wat jij graag wilt – of vreest – dat die ander zegt. En omgekeerd natuurlijk, dat die ander niet hoort wat jij probeert duidelijk te maken maar vooral verneemt wat hij of zij denkt dat jij zegt.
Met “Ik heb het toch duidelijk genoeg gezegd!” kom je er niet wanneer je verzuimd na te gaan of de ander echt jouw bedoelingen heeft begrepen. Daarom is het belangrijk dat je eerst voor jezelf helder hebt wat je wilt communiceren, en daarna dat je controleert of de ontvanger van jouw boodschap die boodschap heeft ontvangen zoals jij hebt bedoeld. En omgekeerd, uiteraard. Doe je dat niet, of gaat de ander daar niet in mee, ligt miscommunicatie op de loer. Met alle eventuele gevolgen van dien.
(wordt vervolgd)
De auteurs van het boekje ‘CAWI – Communiceren met Al Wat Is’ gaan ervan uit dat alles bewustzijn heeft, en met alles wat bewustzijn heeft, is communicatie mogelijk.
Alles wat bewustzijn heeft omvat zowel de zichtbare als onzichtbare werkelijkheid, in jezelf en overal om je heen.
Het Boeddhistisch Dagblad publiceert in vier afleveringen een greep uit de tekst.
Auteurs zijn Menno Prins (Dharmapelgrim) en Mayke van Zon. Het boekje telt 88 pagina’s en komt in het najaar van 2024 uit onder ISBN 97890.77410.004.
Het is in voorverkoop te bestellen a € 10,- exclusief verzendkosten, via info@princedusoleil.nl
Peter C. Hendriks zegt
Communicatie is heden ten dagen een zeldzaamheid geworden. De ervaring leert dat in gezelschap wel of niet diepgaande gesprekken kunnen plaatsvinden. Het is echter dat veelal reflectie gezocht wordt en men kennelijk verlangt naar een luisterend oor. Niet zelden is tot grote ergernis kook nog eens het mobieltje stand by. Zodra je echter zelf iets naar ervaring betekenis of kennis wilt zeggen wordt daar meestal gelijk overheen gesproken. Er klinkt dus wel geluid maar de ontvangstspriet is allang afgebroken. In het ergste geval wordt er wel iets opgevangen en wordt gelijk gegoogeld of het wel juist is wat je zegt. Is dat communicatie? Al er echt naar elkaar geluisterd wordt is dat heden zeldzaam en moet het gekoesterd worden.
Een zwerver op het edele achtvoudige pad.
Dharmapelgrim zegt
Steeds controleren of wat de ander zegt wel juist is, is m.i. geen communicatie. Zelf vermeld. Ik tegenwoordig ook geen bronnen meer omdat ik sta achter wat ik communiceer. In ieder geval op dat moment en dus is niet interessant wat de bron id. Denk zelf na! Natuurlijk kun je gaan googelen ..
Niks mis mee. All in the game, maar het wordt pas weer communicatie wanneer er verbimding met jou is. Niet eerder.