Nu ben ik het ook zat, zei hij tegen zichzelf. Hij had onlangs in het Boeddhistisch Dagblad een stukje zitten lezen over onderling afhankelijk ontstaan. Het leek even instructief om een oud tekstfragment opnieuw onder ogen te krijgen, maar iets zinde hem er bij nader inzien niet aan. ‘Wanneer de dharma zich onthult aan de ijverig mediterende brahmaan, verdwijnen al zijn twijfels, omdat hij de keten van oorzaak en gevolg begrijpt. Doordat dít er is, is er ook dát; uit het ontstaan van het ene ontstaat het andere,’ had de auteur geciteerd uit een sutra.
Hij stelde zich de vraag: zou deze auteur zelf een ijverig mediterende brahmaan zijn, en zo ja, wat maakt dan dat hij tijd heeft om anderen uit zijn bijbeltje voor te lezen? Moet hij niet ergens, bibberend van de kou in een lendedoek, een ronde maken met zijn bedelnap? En mocht blijken dat deze en soortgelijke auteurs geen ijverig mediterende brahmanen te zijn, waarom gedragen ze zich dan als evangeliserende zeloten?
De premisse van de stukjes die ze uitdragen, is dat het andere mensen kan helpen om voorgelicht te worden. Maar waarom ga je dan niet ook de deuren langs met je waarheid of deze op de markt staan voordragen? Waarom moet het hele Boeddhistisch Dagblad, met lezers die wel iets van boeddhisme begrijpen, volstaan met teksten van auteurs die dag in, dag uit, mensen beleren over nondualisme, over de verhouding van het ego ten opzichte van het bewustzijn, en over de waarheid volgens de Pali Canon? Als lezer is het om knettergek van te worden. Je kunt er maar zoveel van verdragen. Op een gegeven moment slaat de bullshitmeter uit in het rood. En dan krijg je dit.
De uitdragers, noemde hij ze. Altijd maar uitdragen, uitdragen. Zouden deze mensen een sociaal leven hebben, als ze geen ijverig mediterende brahmanen zijn? Met familieleden, die door de week een kop koffie komen drinken? Met vrienden, waar ze een paar baantjes mee gaan zwemmen of een biertje drinken bij het bowlen? Zouden ze ook dan een deeltje uit de canon meenemen om hun gezelschap voor te dragen over onderling afhankelijk ontstaan? Of zijn deze mensen bloedje eenzaam en alleen met een groots bevrijdend inzicht en danken ze de hemel omdat God het Boeddhistisch Dagblad heeft geschapen als platform waarop ze als een profeet kunnen getuigen van hun visioen?
In zekere zin moeten we de krant hulde toezwaaien omdat deze alles zichtbaar maakt waaraan boeddhisme mank gaat, wazigheid, gekrabbel in de marge, tegenstrijdigheid, evangeliserend gezwets, gebrek aan kritische zin en nog het een en ander. Gelukkig staat er af en toe nog iets tussen wat wel de moeite van het lezen waard is.
Want weet je, beste uitdragers, het is welbeschouwd van tweeën één. Of je treedt in binnen een boeddhistische orde, hult je in een bijpassend habijt en leeft volgens een regel een bezitloos leven als ijverig mediterende brahmaan, rondzwervend of in een klooster. Of je leeft een leven als lidmaat van de samenleving en doet er het zwijgen toe, tenzij je iets betekenisvols te melden hebt. Want al die duizenden pagina’s uit de canon zijn van monniken, voor monniken.
Het grote raadsel, de grote tegenspraak van westers boeddhisme is waarom mensen die geen monnik zijn, in vredesnaam behoefte zouden hebben aan gepreek over het monnikenleven. Waarom zouden ze er behoefte aan hebben om te mediteren als een ijverige brahmaan in het gevolg van de ‘Verhevene’? Het is het grootste verborgen verzwegene van heel de georganiseerde westerse boeddhistische beweging: de meeste boeddhisten in de geschiedenis hebben nooit ofte nimmer gemediteerd. Dat is namelijk monnikenwerk. Meelevende cultuurboeddhisten onderhouden een huisaltaar of een tempeltje, leggen bloemen bij beelden van boeddha’s en bodhisattva’s en foto’s van overleden familieleden, en murmelen op zijn best een korte heilwens.
Het is misgegaan toen God na een ziekbed van enkele honderden jaren in de loop van de negentiende eeuw uiteindelijk het leven liet. Op zoek naar een substituut vergaapten mensen met een religieuze hang zich aan iets nieuws, aan oosterse wijsheid met haar meditatie en verlichting. Er was een ongestilde religieuze honger en ze ruilden de caritas van welke christelijke kerk dan ook graag in voor boeddhistische compassie. Sindsdien hebben we een nieuw slag uitdragers, die proberen de focus van belangstellenden te fixeren op teksten afkomstig uit de wijsheidsliteratuur van het antieke India en China.
Al doende vervreemden zij echter hun volgers en lezers van hun eigen tijd, die de effecten van bewegingen als fenomenologie, existentialisme, structuralisme en postmodernisme nog lang niet ten volle geabsorbeerd heeft. Hoe vreemd eigenlijk dat boeddhistische denkers die wel degelijk iets te melden hebben wat ertoe doet, zoals Tanabe, Nishitani en Hisamatsu, aansluiting zoeken bij zulke westerse stromingen en het belang benadrukken mee te gaan met de tijdgeest om de dharma te manifesteren binnen een context van voortgaande historische verandering.
Zo krijgen we een tweestromenland in het vizier van enerzijds het modieuze boeddhisme met zijn uitdragers die de vinger wijzen naar het verleden van India en China, en anderzijds een bescheidener onderstroom van oosterse iconen die vooruit willen op westerse termen, al is het alleen maar omdat Oost en West een achterhaald onderscheid is sinds beide uitersten versmolten zijn en de wereld veroverd hebben. Hoe goed hun intenties ook zijn, onder de uitdragers van het modieuze boeddhisme moeten we oppassen voor mogelijke volksmisleiders en valse profeten.
Oosterse boeddhistische denkers begrijpen ons en onze wereld vaak beter dan wij in ons materialistische escapisme onszelf toestaan onze tijd te verstaan. Ze nodigen ons uit ons hiermee te engageren, niet met het monnikenwerk uit een ver achter ons liggend verleden. Broeder Gautama zelf, lieve uitdragertjes, de zogenaamde Boeddha, is een mirage van zelfbedrog. Draai je om, jullie koppige trendvolgers, en wijs naar onze eigen tijd en uitdagingen. Fijn voor jullie dat jullie zoveel weten over het vroege boeddhisme, maar wat koop je temidden van de uitdagingen van onze tijd voor die monnikenpraat? Je engageren voor onze eigen tijd om daarin de dharma te manifesteren, alleen daar bewijs je je lezers en volgers een dienst mee.
Joost zegt
Geweldig Taigu ,het moest maar eens gezegd worden.. Helemaal eens met deze beschouwing.
Joop Ha Hoek zegt
Joost, kan ik je toevoegen aan ons redactieteam om teksten aan te leveren? Of blijft het bij een reactie. Het BD heeft journalistieke uitdragers zeer nodig. Je krijgt van mij de eerste pen en blocnote gratis.
Joost zegt
Joop Ik heb niet de woorden die Taigu heeft,maar mag toch wel opmerken dat ik het een
prima stuk vind.?
Joop Ha Hoek zegt
Natuurlijk.
Piet Nusteleijn zegt
Taigu, begin ermee. Schrijf geëngageerd. Gaan we kijken wat we ervoor kunnen kopen.