De ordinatie van drie zenmeesters is voor mij een zeer vreugdevolle aanleiding iets te schrijven over Dharmatransmissie in onze sangha. Wat is het, wat wordt er overgedragen?
In de Mumonkan, een verzameling van koans, wordt in de zesde koan beschreven hoe de boeddha de Dharma doorgaf aan Mahakashyapa:
Toen Shakyamuni Boeddha op de berg Grdhrakuta was, hield hij voor zijn toehoorders een bloem omhoog en draaide die tussen zijn vingers. Iedereen zweeg. Alleen Mahakashyapa glimlachte spontaan. De Boeddha zei: “Ik heb het Ware Dharma-oog, de Wonderbaarlijke Geest van Nirvana, de Ware Vorm van het Vormloze en de subtiele Dharmapoort. Het is niet afhankelijk van woorden en wordt op bijzondere wijze buiten iedere leer overgedragen. Nu heb ik het aan Mahakashyapa toevertrouwd.”
Een prachtig verhaal met weinig woorden. Logisch dat we er vragen over gaan stellen: Wat voor bloem was het? Waarom lachte Mahakashyapa? Wat is het Dharma-oog? Hoe kan het vormloze een vorm hebben? Wat is de Dharmapoort hier? Als het buiten iedere leer wordt overgedragen, is het dan wel boeddhistisch?
En tenslotte, als het niet afhankelijk is van woorden, hoe kun je al deze vragen dan beantwoorden?
De Boeddha zal ongetwijfeld ook iets gezegd hebben, uitgeweid hebben over de Dharma, maar daar wordt in de koan niets over gezegd. De koan beperkt zich tot die belangrijke gebeurtenis die onafhankelijk is van woorden.
Tijdens een sesshin in Nederland in 1983 kwam mijn meester Gesshin Prabhasa Dharma de zendo binnen om een teisho te geven. Ze ging zitten, pakte de klappers, sloeg ermee en zei: “Dit was mijn teisho voor vandaag,” en ging weer weg.
Mahakashyapa zou geglimlacht hebben; wij sesshindeelnemers bleven verbouwereerd en teleurgesteld achter, we hadden zo graag iets uitgelegd gekregen.
Dharmatransmissie is onafhankelijk van woorden. De Boeddha en Mahakashyapa kwamen samen in een vormloos, tijdloos gebeuren. Er werd niets gegeven en niets ontvangen. Wanneer we een poging doen te beschrijven wat er gebeurde, zijn we uit de werkelijkheid van dit moment gevallen.
Wanneer ik probeer te beschrijven wat Dharmatransmissie is, brand ik mijn tong en smelt mijn pen.
Dit gezegd hebbend, zal ik iets vertellen over de ordinatie van leraren, osho’s en roshi’s in onze sangha. De meeste zenscholen volgen in grote lijnen de traditie, maar hebben vaak wel een eigen vorm daarin gevonden zowel wat de ordinatie zelf betreft als de weg daarnaartoe.
In onze sangha van het International Zen Institute zijn er mensen aangesteld die vanuit hun eigen zenbeoefening en ervaring anderen begeleiden.
Om te beginnen kennen we meditatieleiders die regelmatig een bijeenkomst leiden waarin samen gemediteerd wordt. Zij zijn geen leraar, maar kunnen wel de eerste instructies geven voor de zenbeoefening.
Na het voltooien van een training van minimaal drie jaar volgt de ordinatie tot zenleraar, in een openbare ceremonie. Zenleraren mogen Dharma-onderricht geven en toespraken houden, indivuele begeleiding geven in dokusan en een aantal zenboeddhistische ceremonies leiden. Zij mogen geen koanbeoefening begeleiden en geen gelofteceremonies doen.
De eerste vorm van transmissie wordt tempeltransmissie genoemd; het is de ordinatie tot zenpriester (osho) in een openbare ceremonie. Traditioneel was deze ordinatie voorbehouden aan degenen die als unsui getraind hebben. Tegenwoordig kunnen echter ook leken tot osho worden benoemd. Osho’s mogen in afstemming met hun zenmeester leerlingen in de koanbeoefening begeleiden. Ook mogen zij de Bodhisattva-geloften geven.
Wat Pho, Bangkok
De tweede vorm van transmissie is de Dharmatransmissie, de ordinatie tot zenmeester (roshi). Deze Dharmatransmissie vindt plaats in een privé vertrek in het zencentrum en is dus niet openbaar. Zenmeesters worden opgenomen in onze opvolgingslijn: de Lieu-Quan school in de Vietnamese Lam Te Rinzai Zen-traditie.
Zenmeesters van onze sangha volgen hun wijsheid en compassie in al hun denken, spreken en handelen, maar houden zich wel aan de manier van zenbeoefening zoals die in het International Zen Institute is vastgelegd.
Alle meditatieleiders, leraren, osho’s en roshi’s komen jaarlijks met de eigen groep bijeen om hun werkzaamheden onderling te bespreken.
Het International Zen Institute is de overkoepelende spirituele organisatie waaronder alle groepen, centra, dharmahuizen en instituten vallen. Het bestuur van het International Zen Institute is samengesteld uit alle osho’s en roshi’s onder voorzitterschap van de spirituele leider, de ‘oudste’ roshi in de opvolgingslijn.
Geen enkele transmissie is een waterdichte garantie voor de kwaliteit van het leraarschap. Je mag er wel van uitgaan dat iemand:
in staat is de Boeddha-natuur te realiseren en te manifesteren
vastbesloten is om door te gaan met de zentraining en -beoefening
zich bewust is van en verantwoording neemt voor de rol binnen de sangha
emotioneel stabiel is en vastbesloten is om de Bodhisattva-geloften te volgen
Tot slot: wanneer ik, Jiun roshi, iemand tot zenmeester ordineer, betekent dit dat ik ervan overtuigd ben dat diegene genoeg of nog meer in huis heeft om een goede en heilzame invulling te geven aan het meesterschap. Zoals de Boeddha het toevertrouwde aan Mahakashyapa, zoals Gesshin Prabhasa Dharma het toevertrouwde aan mij, zo heb ik het toevertrouwd aan Jishin Tetsue roshi, Anshin Tenjo roshi, Myoko Suigen roshi en Myoshin Jigen roshi.
In grote dankbaarheid aan allen die ons zijn voorgegaan en aan allen die zullen volgen, mogen alle wezens tevreden zijn en vrij zijn van lijden.
Bron ZenLeven, het digitale tijdschrift van de Noorder Poort. https://tijdschrift.zenleven.nl/?utm_source=Laposta&utm_campaign=Zenleven%20Voorjaar%202023&utm_medium=email