Aan alle voorwaarden is voldaan. We volgen de stroom, herkennen de stem van ons hart en smaken de vreugde van het niet iemand zijn, zoals dat bij een kind gewoon is. Ons hart is tot leven gewekt. In het vanzelfgaan van het leven bespeur ik de essentie van ons wezen: geen-zelf, dat wat ik van nature ben. Nu kan ik met des te meer ontroering de rake brieven lezen van de Koreaanse zenmeester Soen Sa Nim (Seung Sahn,1927-2004, stichter van de Kwan Um School of Zen). Ze zijn bijeengebracht in een boek dat Only don’t know (1999) heet. ‘Gewoon doorgaan, zonder weten’ is zijn motto. Niet-weten maakt korte metten met denken, onze ik-mij-mijn-structuur en de ‘alleen-ik’-ideeën die daaruit voortspruiten. Dan ontstaat vanzelf de juiste natuurlijke situatie van ons bestaan. Voorbij het denken is de geest van alle mensen één. Dat is bevrijding van al het bestaande, dat is wereldvrede. Keer dus steeds terug naar dit niet-weten en doe wat je te doen hebt. Doorgaan, proberen en doen zijn belangrijker dan wat ook.
Deze onvergelijkelijke bron van inzicht dragen wij elk moment van ons bestaan in ons, met ons. Het is een hartstochtelijk ‘publiek geheim’. Het staat op alle pilaren langs onze levensweg gegrift. Het wordt van de daken geroepen. Wie wil het horen? Ja, de vrouwen natuurlijk en de boeren die hun band met het land, plant en dier niet verloren hebben en een toenemend aantal mannen die hun ziel zoeken. Zij zullen hun bron van inzicht vinden in de liefde van niet-weten, geen-zelf, en doorgaan: doen wat je te doen hebt.
Terwijl ik dit schrijf ontvangen we een email van Hom, onze Nepalese studiezoon. Zijn vader lijkt stervende door de caraziekte waaraan hij al vele jaren lijdt. Hom wil zijn vader redden van een verstikkingsdood al is het maar voor een paar maanden. Hij neemt hem van Kaskikot met een ziekentransport mee naar Kathmandu, een reis van minstens acht uur. Op de eerste hulp krijgt hij geen bed. Het is te druk…Hom doet wat hij te doen heeft. Zo gaat het vaak. Van daaruit komt hij de inscripties tegen op de pilaren langs zijn levensweg. Spiegels kun je ook zeggen. Zoals er in Hindutempels vaak spiegels hangen die zeggen: Ja, het gaat om jou…Mijn tranen wellen op, om het lijden van zijn vader en van hem, de enige zoon. En van zijn moeder en zijn nephew-brother, die ook mee zijn en die net als Hom op de koude stenen vloer van het ziekenhuis de nacht moeten doorbrengen. ’s Lands wijs…
Zij weten niet maar worden wel geleid door de liefde die voortkomt uit hun onvergelijkelijke bron van inzicht.