Stroombetreding vormt de belangrijkste realisatie in het leven van de beoefenaar. Door zijn stroombetreding wordt hij een sotapanna—’een edele volgeling die de stroom binnengaat’.
Stroombetreding is een metafoor om aan te geven dat de dhammanuvatti—de beoefenaar die leeft conform de Dhamma—inzicht verworven heeft in de ware aard van de dingen. Dat hij yatha bhuta nana dassana in zichzelf gerealiseerd heeft.
Anders gezegd: dat hij het Pad van de Boeddha dat leidt tot de beëindiging van dukkha met vrucht aan het doorlopen is. Dat hij zich conformeert met de acht attributen van het Edele Achtvoudige Pad (P. ariya atthangika magga): perfect spreken, perfect handelen, perfect levensonderhoud, perfecte aandacht, perfecte inspanning, perfecte concentratie, perfect inzicht en perfecte intentie. Dat hij ‘leeft’ en ‘verblijft’ in sila, in samadhi en in panna.
Door sotapatti verwerft de beoefenaar het Dhamma-oog (1). De gevorderde beoefenaar ziet ‘plóts, spontaan, onverwachts, maar zeer manifest en expliciet’, met voortschrijdend inzicht, waar het in het leven écht om gaat. Datgene wat er fundamenteel toe doet. En dus niet wat men hem/haar, geconditioneerd, als ‘waar’ heeft wijsgemaakt. De stroombetreder ‘ziet’ Dhamma. Hij ‘ervaart’ (P. paccanubhoti) (2) de waarheid van Dhamma. Saccadhamma. Dit inzicht (het ‘zien’ van de werkelijkheid) zorgt voor een metamorfose. Veroorzaakt een trendbreuk met zijn verleden. Een transformatie.
De beoefenaar transformeert van ‘wereldling’ tot ‘edel persoon’. Hij vervelt van puthujjana tot ariya-puggala. Door het naarstig belopen van het Middenpad betreedt hij de stroom die naar de Andere Oever leidt. Naar zijn bestemming. Zijn finaliteit. Rust. Uitdoving. Naar de beëindiging van zijn lijden. Parayana.
______
(1) Net zoals het oog van een orkaan, is het Dhamma-oog de kern van de Leer.
(2): Paccanubhoti → pati + anu + bhu + a: ervaren, realiseren, experiëntieel ervaren. Met de nadruk op persoonlijke ervaring. Zonder hoofd boven zijn hoofd. Zonder god, zonder meester boven hem. Zonder valscherm. Zonder enig extern houvast. De weg is immers nooit glad, gemakkelijk of éénduidig. Vastberaden (P. aditthana) om zijn verworven inzicht te cultiveren en uit te breiden. Om zelf te zíen. Om zelf te weten (dat er geen weten is). Sapere aude. Met de nodige scepsis. Maar met meer dan royale goesting voor de verdere ontwikkeling van zijn spiritueel experiment. Met de nodige branie en bravoure toe om—ongeconditioneerd—wijs te zijn.