Mes Aynak, een eeuwenoude boeddhistische stad in de buurt van Kabul, Afghanistan, dreigt voorgoed te verdwijnen, volgens mediaberichten, die erop wijzen dat de stad – een van ’s werelds grootste kopervoorraden, wordt opgeslokt door China.
Mes Aynak bevindt zich volgens de berichten op de samenvloeiing van de hellenistische en de Indische cultuur. Het is ooit een uitgestrekte stad die georganiseerd was rond de winning van en handel in koper. Naar verluidt bezit de site van Mes Aynak een 100 hectare groot complex van boeddhistische kloosters, woningen, meer dan 400 boeddhabeelden, stoepa’s en marktgebieden. Het bevat artefacten die zijn teruggevonden in het Bronzen tijdperk, en sommige daarvan dateren van meer dan 3000 jaar geleden.
Al dit historische materiaal loopt groot gevaar door de mijnbouw te worden vernietigd. Veel deskundigen vergelijken het Chinese mijnbouwbedrijf met degenen die de boeddha’s van Bamiyan hebben verwoest.
In november 2007 werd een 30-jarige pachtovereenkomst voor de kopermijn verleend aan de China Metallurgical Group (MCC) voor 3 miljard USD. Vijftien jaar later is de mijn er nog steeds niet — onveiligheid en onenigheid tussen Peking en Kaboel over de financiële voorwaarden van het contract hebben voor vertragingen gezorgd. Naar verluidt heeft het project opnieuw prioriteit voor beide partijen.
Er zijn onderhandelingen aan de gang tussen de nieuwe Taliban-regering van Afghanistan en het Chinese staatsbedrijf MCC en zijn beursgenoteerde dochteronderneming Metallurgical Corp. of China over de hervatting van de mijnbouwactiviteiten in het Mes Aynak Logar koperproject, aldus het mediaverslag. De besprekingen zijn bijna afgerond, aldus een Taliban-lid.
De Taliban eisen dat het contract, dat de bouw omvat van een elektriciteitscentrale om de mijn en Kaboel te bevoorraden, en van een spoorweg naar Pakistan, wordt nageleefd. Zij dringen er ook op aan dat het koper ter plaatse wordt verwerkt met Afghaanse arbeidskrachten.