‘Vimutti’ staat voor bevrijding door het vernietigen van dukkha. Het is het resultaat (P. phala) van helder, zuiver inzicht (1) in het pad. Dit resulteert in de vernietiging van onze onwetendheid (P. avijja), dat er een separaat ‘zelf’ bestaat. Vernietiging van deze onwetendheid maakt een einde aan dukkha. Wat de uiteindelijke en ook de énige bedoeling van de Boeddha was.
Wars van alle savante traktaten, is de leer van de Boeddha heel begrijpbaar. Het is een kwestie van ‘zien’. Van het proces cyclisch te zien. Niet lineair. Zíen. Met een Hoofdletter én een accent. Het is niet omdat je ogen geopend zijn dat je ook werkelijk ‘ziet’.
Wat leert de Boeddha? Enkel datgene wat nodig is om ons naar de Andere Oever te brengen: de innerlijke rust van bevrijding.
Wat leert de Boeddha niet? Alles wat de onwetende mens (P. puthujjana) uitermate fascinerend vindt om over te fantaseren, te spreken en te doen; alles wat mensen tegen elkaar opzet en alles wat géén einde maakt aan het lijden van de mensheid. Boeddha’s leer staat voor bevrijding uit dukkha. En deze bevrijding is niets meer, maar ook niets minder, dan het leven ontwaakt be’leven’.
(1): In de Saccavibhanga-Sutta, MN 141, wordt ‘zuiver inzicht’ als volgt omschreven: ‘Het weten omtrent dukkha; het weten omtrent de oorsprong van dukkha; het weten omtrent de beëindiging van dukkha en het weten omtrent de weg die leidt tot de beëindiging van dukkha—dat wordt zuiver inzicht genoemd’.
Zuiver inzicht zorgt ervoor dat dukkha stopt. Dit doet zich voor wanneer de dhammanuvatti ervaringsgewijs inziet dat zijn ‘ik’—het lichaam/geest-complex—niets anders is dan de optelsom van een aantal voortdurend veranderende processen. Als gevolg van dit proces van constante verandering en vergankelijkheid (P. anicca) is het ‘ik’ ‘zelfloos’: het bezit geen enkele vaste substantie (P. anatta). De dhammanuvatti die anicca begrijpt, weet dat dukkha er het gevolg van is en anatta haar ultieme waarheid.