In mijn columns schreef ik over de laatste dagen van mijn verblijf in een boeddhistische sangha. De gompa werd leeggeruimd omdat de huurder overstapte naar een andere boeddhistische richting. Het werd leeg maar geen boeddhistische leegte.
Ik hoorde en las nare berichten over de internationale organisatie waar mijn sangha deel van uitmaakte. Letterlijk moord en doodslag. Ik was dat wel gewend maar toen nog niet in het boeddhisme. Dus ik besloot zelf op onderzoek uit te gaan en reisde op een dag naar het Europese hoofdkwartier waar de hoofdleider zetelde en waar een internationale bijeenkomst was georganiseerd. Ik zou mijn gevoel laten spreken, de mensenkennis die ik in achterliggende jaren opgedaan alvorens een besluit te nemen of ik door zou gaan met deze organisatie. Je leeft tenslotte maar één keer.
De hoofdleider werd zwaar bewaakt door lijfwachten toen ik in de ruimte terecht kwam waar de bijeenkomst werd gehouden. Ook buiten was er controle van de bezoekers. Er werd gejuicht en oh en ah geroepen toen de hoofdleider sprak. Maar ik bleef stil. Mijn gevoel zei: wegwezen Joop. En dat deed ik. Eenmaal terug in Nederland vertelde ik mijn leraar dat ik vertrok. Ga maar lekker buiten spelen, Joop, sprak de leraar. Ik ben nooit meer teruggekeerd. Later ben ik een van die lijfwachten nog tegen het lijf gelopen, hij werkte vroeger voor de Israëlische geheime dienst Mossad.
Nee, ik ben geen devote volger. Heb geen eelt op mijn voorhoofd van het buigen, een pij of habijt zeggen me niks- of kennis. Het is allemaal van horen zeggen. Heiligheid? Ik geloof niet meer in Sinterklaas.
Toch zijn die jaren in de sangha niet onbelangrijk voor mij geweest. Ik leerde veel over de werking van de geest, nemen en geven, omgang met anderen, met mezelf. Empathie en compassie. Liefhebben.
De volger van de dhamma groet jullie. Volgende week weer een ander thema.
Moedig voorwaarts!