De Taliban zullen muziek in Afghanistan verbieden, muziek is on-islamitisch. ‘Muziek is verboden in de islam, maar we hopen dat we mensen kunnen overtuigen om zulke dingen niet te doen, in plaats van ze onder druk te zetten’, zei een woordvoerder van de Taliban onlangs.
Wat was de mening van de Boeddha over kunstuitingen?
Als hoofd van een religieuze orde toonde de Boeddha een vijandige instelling tegen kunsten. Zijn afkeer berustte waarschijnlijk op het verleidelijke karakter van iedere kunstuiting. Het gemoedsleven wordt tot meedeinen en opwinding gedwongen, de geest opgefokt, passies losgewoeld. De kunstenaar schept een verlokkende schijnwereld, overgave aan de kunsten staat het ontwaken, de verlichting in de weg.
‘Als gehuil, monniken, wordt het zingen beschouwd, als waanzin het dansen, als kinderlijk het lachen waarbij men de tanden toont.’
De Boeddha stond niet per se negatief tegen schilderkunst. En hij had een vrij positieve houding tegenover mooie architectuur.
Ruud van Bokhoven zegt
Ben blij dat er kunst is, iemand die zijn creativiteit kan uiten op zijn of haar manier, maar net als muziek is het niet alles wat je mooi hoeft te vinden en verschilt van persoon tot persoon, maar vind je het mooi dan is het van vreugde en geeft je een fijn gevoel, en is de tegenpool van lijden.
Roni zegt
Hmmm, dan was hij toch minder verlicht dan ik gedacht had. Wat een desillusie.
Juist in een schijn-wereld zou verlichting optimaal moeten zijn, zou je zo denken.
Als je het in een boom ziet, boddhiboom of niet, dan zou je het overal in moeten kunnen zien. Dus zeker in kunst, waar schoonheid de glans van het ware vertegenwoordigt, volgens Joseph Boeys, (sorry, ik weet niet meer hgoe je die naam schrijft.)
Jaap zegt
Oef, Erbarme dich als gehuil beschouwen…