Er was bijna een andere man als de historische Boeddha in ons leven verschenen. Maar hij werd weggeconcurreerd. Dat zit zo. Gotama zat onder zijn Bodhiboom om te ontwaken. Een kilometer verderop aan de stroom zat een andere man op zijn verlichting te wachten. Deze man, Immanuel Stillher genaamd, was van eenvoudige komaf en zeker geen prins, zoals Gotama genoemd wordt. Maar hij was niet dom en had in de gaten dat lijden lijden veroorzaakt.
‘Ik ben even weg, naar de rivier en de boom, wacht maar niet met het eten op me,’ zei Immanuel op een dag tegen zijn vrouw Indarah. ‘Okay’, zei ze. Immanuel had vaak met haar over het lijden gesproken als hij terugkeerde uit de stad waar zij woonden. Daklozen, voedselbanken, list en bedrog van plaatselijke politici, machtswellustelingen. ‘Ik heb een methode ontwikkeld om daar iets aan te doen, een soort training om goed te doen en het kwade te laten,’ zei hij op een keer tegen zijn vrouw. Zij keek daar niet van op, haar man was een humaan mens. En zeker geen fantast.
In hun huis was het te druk met al die jengelende kinderen, die hij toch liefhad. Hij had behoefte aan stilte, de schaduw van een boom, het rustige geluid van kabbelend water, de roep van een ooievaar, om zijn ei te kunnen leggen. De Weg, noemde hij die. Een betere en eerlijke verdeling van kapitaal, goederen, geluk voor de gewone man. Minder lijden, meer bezit. Vastigheid, werk, brood op de plank.
Immanuel wist dat hij iets unieks in handen had, dat hij er wereldberoemd mee kon worden, al ging het hem daar natuurlijk niet om. Hij kuste zijn vrouw, gaf de grootste en brutaalste zoon een draai om de oren, klom op zijn Aziatische ezel en toog rivierwaarts. Aan de oever zette hij zich onder een boom, er was geen ooievaar te zien, en verheugde zich op zijn toekomst en die van zijn volgelingen die hem en De Weg zeker zouden erkennen. Hij glimlachte en begon afstand te nemen van de hebzuchtige duivels in zijn brein. Het wachten was op het beven van de aarde en zijn geboorte als Ontwaakte, de Boeddha.
Een kilometer verderop zat Gotama aan de oever van dezelfde stroom onder een boom. Ook hij droomde van een glorieuze toekomst als de Verhevene. Alvorens in diepe meditatie te gaan keek hij tevreden om zich heen. Hij schrok. Heel in de verte zag hij een kopie van zijn eigen situatie. Een man, een boom. ‘Wat krijgen we nou, concurrentie?’ Dat kon hij er net niet bij hebben, wie is die vent? Zijn hele toekomst als Boeddha, de ontwaakte, de verhevene, liep gevaar. Daar had hij het huis van zijn ouders niet voor verlaten. Hij kon er ook niet terugkeren, hij de thuisloze, voor zijn familie, zijn vrouw zou hij voor aap staan. Het zou ook niet in de mythe passen die over hem zou ontstaan. Hij besloot op te treden, zijn toekomst hing er van af.
Gotama liep naar de man toe en riep: ‘Hé, jij, opzouten, kerel, wie denk je wel dat je bent?’ ‘Scheer je weg’. De zes brahmanen achter de bosjes verstopt lachten in hun vuistje. Daar zat die Gotama, die ze altijd aansprak op hun morele gedrag, toch mooi met de gebakken peren. Gotama begon te dreigen met gevangenneming van Immanuel, door zijn vrienden, latere koningen en keizers, en Immanuel raakte daardoor geïmponeerd, want de gevangenissen in die tijd in India stonden niet erg goed bekend.
‘Je hoeft niet zo agressief te doen, ik ben al weg. Jij je zin’. Immanuel stapte op zijn ezel en opende de deur van zijn woning. ‘Nu al terug,’ sprak zijn vrouw, ‘ik heb een bord minder gedekt.’ Immanuel: ‘D’r zat een vreemde vent aan de oever die mij begon te bedreigen omdat ik zijn concurrent zou zijn. Wat een gedoe. Doe mij maar een bordje rijst.’
Zo werd Gotama de historische Boeddha, terwijl de verlossingstheorie van Immanuel zeker niet slechter was. Misschien wel briljanter en effectiever. En er in de loop van de tijd tientallen aspirant boeddha’s aan oevers en onder bomen de verlossing bereikten maar niet aan bod kwamen omdat ze hun pr niet goed op orde hadden. Niemand kan hun naam meer noemen.
Zo gaat het in het leven, het gaat er niet om wat je bedenkt of doet, wie je bent, maar dat je je zaakjes goed etaleert, onder de aandacht van mensen brengt. Je verzekert van invloedrijke vrinden. Zo gaat het. Met Immanuel is het goed afgelopen. Hij leerde het vak van timmerman en zag hoe het boeddhisme zich ontwikkelde. Hoe velen de mens Gotama als een God zien, hem aanbidden, en hoe sommige boeddhistische organisaties zich ontwikkelden tot commerciële instellingen. En dat er in naam van het boeddhisme oorlog en strijd wordt gevoerd.
Zijn vrouw vroeg op een dag aan hem of hij geen spijt had dat hij geen boeddha was geworden. Dat hij die Gotama geen draai om de oren had verkocht en zich weg had laten jagen. ‘Liefje, ik heb het boeddhisme niet nodig om als een rechtvaardige te leven. Ik heb jou en de kinderen, mijn familie en vrienden. Mijn eigen sangha. En ik weet dat het lijden niet opgeheven kan worden, dat het een geestelijk proces is om er geen last van te hebben. Dat boeddhisten, zo noemen ze zich, ook maar gewone mensen zijn met al hun onhebbelijkheden en fratsen. Een etiket om je te onderscheiden en soms op de borst te slaan. Wij en zij.’ Hij keek Indarah diep in de ogen en was verliefd. Ze leefden nog lang en gelukkig.
Dit sprookje zou zich nog vaak herhalen. Honderden mannen oefenden zich klem aan de borders van de rivier onder de boom om hun boodschap te verkondigen. Ze hadden de pech dat er toen nog geen Facebook was en andere zogenoemde sociale media. Ze verdwenen met al hun kennis met de stroom mee.
De ooievaar kraaide 3 keer.
Moedig voorwaarts!
Piet Nusteleijn zegt
Wat lees ik nou? Wie heeft dit geschreven?
’s kijken…Joop Ha Hoek.
Briljant!
Hem even laten weten.
Henk van Kalken zegt
:-)Hihi, later is hij nog eens gereïncarneerd als Immanuel Kant, maar hij was intussen van zijn eigen leer afgedwaald. Rationeel denken, zo dualistisch als de klere, dat soort dingen. En ook hiermee wist hij het lijden niet op te heffen. We zullen het zelf moeten doen, ben ik bang.
Annigje Winkel zegt
Wie heeft het mannetje in de stoel gemaakt?
Heel goed!
Groet,Annigje Winkel
Joop Ha Hoek zegt
Beeldend kunstenaar Anna Konter.
Roni Klinkhamer zegt
Heel grappig en verhelderend, verfrissend.
precies wat een ouwe heartist nodig had: verf-rissend.
Thanxx Joop. Tijdje niet langsgeweest, maar nu kom ik weer vaker om een hoekje kijken bij je.
Keep up the good spirit!
Henk van Kalken zegt
In het kader van de Taalkracht: Hou omhoog, de geest!:-)
Zeshin zegt
Joop ik weet dat je geen boeddhist bent maar de dharma volgt, zul je uitkijken dat de grond niet onder je voeten wegzakt.
Joop Ha Hoek zegt
De Grond heeft vele Vaders, Zeshin.