Vorige week keek ik in de serie Terreur naar de aflevering over Anders Breivik, die in 2011 in Oslo in de regeringswijk een bom tot ontploffing en bracht en kort erna op het eiland Utøya veelal jonge mensen doodschoot. In totaal kwamen daarbij 77 mensen om het leven. Hij werd in augustus 2012 tot 21 jaar celstraf- het maximale volgens het Noorse wetboek van strafrecht, veroordeeld voor meervoudige moord en terrorisme. Breivik schreef voorafgaand aan de aanslag een manifest waaruit extreemrechtse, staatsnationalistische, anti-islamitische en anti-feministische opvattingen blijken.
Zowel voor de bomaanslag als voor de schietpartij op Utøya heeft Breivik een bekentenis afgelegd. Hij zei dat de aanslagen, die hij jarenlang had voorbereid, ‘gruwelijk maar noodzakelijk’ waren en hij beschouwt zijn daden niet als misdaden. Breivik wilde met deze aanslagen de Noorse overheid, en meer bepaald de regerende sociaaldemocratische partij van premier Stoltenberg, in de kern treffen.
De beelden waren huiveringwekkend, mensen die doodgeschoten op het eiland en in het water lagen. De koelbloedigheid waarmee deze moorden werden uitgevoerd. Breivik die zelf de politie belde en zich overgaf om zich later in een rechtbank te verantwoorden voor zijn daden. Een advocaat die hem bijstond, een moeder die over het verlies van haar dochter sprak. Een rechtssysteem dat dan niet 77 maal 21 vonnist, maar het maximale oplegt: 21 jaar gevangenis. In de gevangenis proberen ze gedetineerden te resocialiseren, ze brengen de maatschappij binnen de muren van de gevangenis, vertelde een deskundige.
De verwachting is dat Breivik na het uitzitten van zijn straf vrij zal komen. Rechters beoordelen elke vijf jaar of hij dan weer de maatschappij in kan.
Ik zag een lachende Breivik in de verdachtenbank, hij knikte tegen bekenden buiten beeld, overlegde met zijn advocaat. En toen gebeurde er iets wat mij in verwarring bracht: de rechters stapten op hem af en schudden hem de hand, hij lachte hen toe, alsof hij vrienden begroette. Dat gebeurt in Noorwegen, zei de moeder van het vermoorde meisje verdrietig maar instemmend.
De advocaat van Breivik had al uitgelegd dat de daden afschuwelijk waren maar dat ze Breivik ook als mens wilde blijven zien. Met de handdruk bevestigden de rechters dat. Ze zijn de uitvoerders van een humaan rechtssysteem. Het houdt mij al dagen bezig. Handen zonder wapens, kwetsbaar, hier ben ik, de ontmoeting, het recht en de dader, waardigheid. Menselijkheid.
Moedig voorwaarts!
Henk van Kalken zegt
Veel mensen zeiden bij de koffieautomaat tegen elkaar dat Breivik moest worden opgehangen, gevierendeeld, geroosterd en hoe dan ook langzaam worden doodgemarteld, en dat zij, de sprekers, dat graag zelf zouden doen en van elk moment genieten. Waarin verschillen ze qua intentie dan van Breivik, afgezien van de vraag of ze het daadwerkelijk zouden durven?