De communistische regering in Peking heeft krachtig gereageerd op recente opmerkingen van de Tibetaanse geestelijke leider in ballingschap, de Dalai Lama, die eind maart van dit jaar suggereerde dat zijn opvolger mogelijk uit India komt. Maar de Dalai Lama houdt ook andere mogelijkheden open: zo zou zijn opvolger een vrouw kunnen zijn die incarneert in Europa.
De Chinese autoriteiten willen dat de selectie van de volgende Tibetaanse boeddhistische leider volgens de Chinese wetgeving moet plaatsvinden, wat erop wijst dat China een nieuwe reïncarnatiecontroverse, vergelijkbaar met die van de elfde Panchen Lama-afvaardiging in 1995, lijkt te zullen herhalen. De wettige houder van die titel, Gedhun Choekyi, zou door China als klein kind ontvoerd zijn, hij wordt komende donderdag 30 jaar oud.
Analisten zeggen dat de mogelijkheid van twee Dalai Lama’s, de ene gekozen door China en de andere in ballingschap, reëel is. China is van mening dat het de volgende pro-Peking boeddhistische leider als propagandamiddel kan gebruiken om zijn visie te versterken dat het de Tibetaanse cultuur en de Tibetaanse taal beschermt. Maar een dergelijk repressief beleid kan alleen maar averechts werken, zegt Tom Grunfeld, professor aan het Empire State College van de State University of New York. Door ze te onderdrukken, creëren ze juist ontrouw aan de staat. De gevolgen van de acties van de Chinese machthebbers in Tibet is precies het tegenovergestelde van wat hun doelen zijn. En hoe meer repressie, hoe meer verzet, zegt Grunfeld. Tibet is als een vulkaan, aan de oppervlakte is het rustig, maar in de kern is er enorme woede tegen de Chinezen.
China kan zijn toevlucht nemen tot het trekken van loten uit een gouden urn om de opvolger van de 14e Dalai Lama te kiezen zoals het dat gedaan had bij het kiezen van de 11e Panchen Lama. Het gebruik van een gouden urn werd aan het einde van de achttiende eeuw door de Qing-dynastie geïntroduceerd om de autoriteit van de Qing-dynastie over Tibetaanse leiders aan te geven. Maar de methode zal de harten en geesten van de Tibetaanse boeddhisten niet veroveren, noch zullen zij de lokale religieuze leiders die door middel van de urn zijn gekozen vereren, aldus Dawa Tsering, een in Taipei gevestigde vertegenwoordiger van de Dalai Lama. De loting vanuit een gouden urn betekent volgens hem niets anders dan een fles, die voor Tibet geen religieuze en culturele waarde heeft. Geen enkele Tibetaan heeft vertrouwen in de zogenaamde Han Panchen Lama, erkend door China, aldus Tsering. Ook zullen de Tibetanen de opvolger van de Dalai Lama niet vereren als hij door de Chinese autoriteiten wordt benoemd.
Tsering stelt dat het machtsspel van de Chinezen in Tibet een verwoestend effect heeft gehad op de Tibetaanse praktijk van het boeddhisme en cultureel erfgoed. Hij voegde eraan toe dat China, onder leiding van Chen Quanguo, die nu dienst doet als secretaris van de Communistische Partij in Xinjiang, lange tijd maatregelen heeft genomen om de Tibetanen te transformeren, vergelijkbaar met de praktijk in de heropvoedingskampen in Xinjiangs.
Na 2010 zijn er geen officiële ontmoetingen geweest tussen zijn verbannen regering en de Chinese autoriteiten om te praten over een (gedeeltelijke) autonomie van Tibet. Minstens 154 Tibetanen staken zichzelf in brand als protest tegen China. Ondanks dergelijke protesten toont China geen enkel teken van een versoepeling van de controle in Tibet.