Ken je dat? De ‘baalgedachte’ dat je iedere week maar weer het huis moet poetsen? Je zult zeggen: “Ach, Theo, je moet niet zoveel denken maar gewoon beginnen.” Het equivalent eigenlijk van: niet lullen maar poetsen. “Herken en erken het gevoel maar laat je er niet door meeslepen.” Jullie hebben natuurlijk gelijk. Dat weet ik wel. Dat is de beoefening… maar toch! Wellicht is het – nu ik er zo over nadenk – ook niet zozeer het poetsen zelf als wel het feit dat, een dag na het poetsen, niet meer herkenbaar is dat er gepoetst is.
Laatst had ik de helpende gedachte om mijn wekelijkse poetsbeurt te vergelijken met het maken van een zandmandala. Het leven is vergankelijk. Zo ook een schoon huis. Dat wat met veel toewijding is voltooid, het schoongepoetste huis, wordt daarna weliswaar niet ceremonieel, maar toch niet minder effectief door onze kinderen veranderd, die met zanderige schoenen de pas schoongeveegde vloer betrappelen.
Met toewijding en aandacht poets ik het huis. Niet vanuit de noodzaak me over mijn geforceerde “het-heeft-toch-geen-zin-om-te-poetsen”-gedachte heen te zetten, maar nu meer vanuit een doorleefd besef dat alles vergankelijk is: zelfs een schoon gepoetst huis.
G.J. Smeets zegt
Theo,
je zegt “Het leven is vergankelijk. Zo ook een schoon huis.”
Tja, de professionele interieurverzorgers die ik ken zeggen dat ‘schoon’ niet bestaat. Poetsen is volgens hen voorkomen van vervuiling, niet meer en vooral niet minder.
Léon zegt
Ook een niet gepoetste omgeving is vergankelijk.