Op iedere reis die mijn jongste zoon maakt, leert hij wel een nieuw gerecht maken van de scheepskok waarmee hij op dat moment vaart. Was het de vorige keer een prima sambal badjak, nu was het…
“Wat denk je dat dit kost?”, vroeg hij, terwijl hij een zakje omhoog hield waarvan ik de inhoud niet kon zien.
“Wat heb je daar?” wilde ik weten.
“Kippenhartjes,” antwoordde hij, en hij stortte de inhoud van het zakje in de hete koekenpan. Ik telde er minstens vijftig.
“Twee euro. Da’s geen geld,” vervolgde hij, terwijl hij er paprika, uien en kruiden bij deed.
“Dat is nog geen vier cent per hartje,” merkte ik op.
“Zit je daarmee?” Nog voor ik dat kon bevestigen, keek hij mij meewarig aan en zei: “Je denkt teveel. Het is prima vlees, waar anders hondenbrokjes van worden gemaakt, of kattenvoer of weet ik veel wat.”
Toen hij klaar was, prikte hij een paar hartjes aan een satéprikker, die hij mij aanreikte. Ik blies erop, om mijn mond niet te verbranden, en proefde…
Ze smaakten verrukkelijk!
Ik ga me nu niet verontschuldigen. Natuurlijk, ik had kunnen weigeren de hartjes te proeven. Wat zou ik daarmee bereikt hebben? Dat mijn zoon voortaan géén kippenhartjes meer zou kopen? Dat hij er over zou gaan nadenken? Dat de kippen weer levend zouden worden? Dat ik mijn geweten zuiver zou houden? Dat er geen slecht karma…
Houd toch op! Ik ben de eindeloze discussies over dergelijke thema’s moe. Geloof me, ik zal er geen traan om laten wanneer ik vanaf dit moment géén enkel hapje vlees meer zou krijgen, maar zelfs door allemaal vegetariër te worden, zullen wij de wereld niet kunnen redden; net zo min als dat we de wereld kunnen redden door nooit meer een slok koffie te nemen, geen chocolade paaseitjes meer in onze mond te stoppen of geen pannenkoeken met appelmoes meer te nuttigen. Allemaal onvergelijkbare zaken? Misschien. Misschien niet.
De vraag waar het volgens mij om draait is: wanneer ben je tevreden? Is dat wanneer alles gaat zoals jij dat wilt? Of wanneer jij krijgt waar jij meent recht op te hebben? Of kun je tevreden zijn wanneer er aan een aantal basisbehoefte is voldaan, waardoor alles wat je méér krijgt simpelweg extra is; iets om oprecht dankbaar voor te zijn?
Mijn basisbehoeften zijn niet anders dan die van iedere andere wereldburger: schone lucht om te ademen; voldoende veilig drinkwater; voldoende voedsel van goede kwaliteit om gezond van te leven; veiligheid voor lijf en leden; en ga zo maar door. In Nederland is dat niet of nauwelijks een probleem.
Het eten van een paar kippenhartjes is géén probleem, maar de bio-industrie is dat wél: door de manier waarop wij met dieren (waaronder kippen) omgaan. Het probleem van de bio-industrie los ik niet op door het gerecht van mijn zoon af te wijzen. Ik help het wellicht wél oplossen door er bij hem op aan te dringen de hartjes voortaan elders te kopen… bij een bioboer! (Waar ze uiteindelijk ook vandaan bleken te komen – zucht van verlichting).
En wat voor kippenhartjes geldt, geldt ook voor koffie, chocolade paaseitjes, pannenkoekenmix en appelmoes. Koop alleen voedsel waarvan je zeker weet (voor zover dat mogelijk is) dat het in alle opzichten verantwoord is verbouwd en verhandeld. Maar de praktijk is weerbarstig. Het valt absoluut niet mee om consequent uitsluitend groene, eco- en biologische dan wel fair trade producten te kopen. Maar wat wel kan is: ophouden méér te kopen dan je eigenlijk nodig hebt, zodat je nauwelijks nog afval hebt. Dus ook géén volstrekt overbodige plastic zakjes of tassen meer aannemen! Leer jezelf tevreden zijn met wat je nodig hebt om aan je basisbehoeften te voldoen. Wees dankbaar voor wat je méér krijgt, maar hunker er niet naar.
Ik noem geen namen, maar ik ondersteun van harte de uitspraak: “Er is op deze wereld genoeg voor ieders behoefte; maar niet genoeg voor ieders hebzucht.” En hebzucht is ook: méér eten, méér snoepen, meer… meer…
Meer dan wat je nodig hebt om gewoon gezond te leven.
Tevredenheid kan de wereld redden.
Denk ik zo.
Ruud van Bokhoven zegt
Ieder zijn mening en idee in wat hij wel of niet eet, maar wat het eten van vlees aangaat ontneem je wel een ander het leven en vind ik dit uit boeddhistisch oogpunt belangrijk. Onze gewoonte als wij gaan eten is dat wij vlees eten en die gewoonte verander je niet zo makkelijk bij een mens met een vast structuur van leven. Doe zoveel wat mogelijk is voor je medemens en de gezondheid van de aarde en vraag je af als je gaat eten of je vlees wel echt nodig hebt om je (hoger) te stillen.
ankie zegt
Grappig dat je kippenhartjes hebt gegeten. Dat doet niemand in Nederland. Maar toen wij in 1965 uit de tropen naar Nederland kwamen (uit Nederlands Nieuw Guinea en een Frans eiland in de Pacific) , kocht mijn moeder vaak kippenhartjes en kippenmaagjes op de markt, waar de Nederlanders hun neus voor ophaalden. Dat was arme-voer. Onzin natuurlijk. Kippenhartjes zijn lekkerder dan de maagjes; die zijn taaier.
Ik zie de kippenhartjes nog voor me.
En ja, alle vlees – als je al vlees eet – bij een goede GROENE slager halen!
Mijn Zenmeester eet ook vlees.
Het gaat erom: wees je bewust van wat je doet, voelt en denkt.
Groet uit Utrecht