In een vak in een kast achter me in de werkruimte van de Kloosterbunker staan tientallen agenda’s. Mogelijk wel vijftig. De geven de gebeurtenissen in mijn leven weer, als tijdvak.
Ik bewaar ze maar kijk er nooit meer in. Na elke jaarwisseling schrijf ik belangrijke data over in de nieuwe agenda en aan het eind van het jaar doe ik dat weer. De gekleurde ruggen van de Moleskine agenda’s fleuren de ruimte op.
De inhoud ervan is soms somber en geven de waan van de dag weer. Waarnemingen, visueel en in de geest. Wie er komt en gaat naar en van de Kloosterbunker. Leuke dingen die zich afspelen in mijn leven. Ook problemen pen ik neer. Gevoelstoestanden, emoties. Belangrijke zaken, zoals oorlog en vrede. Familiedingen ook. Plannen die ik heb.
Het is niet alleen symbolisch dat de agenda’s achter mij in de kast staan. De dingen die voorbij gaan. En soms niet afgesloten zijn.
Op een dag gaan de boeken door de handen van mijn kinderen, als ik heel erg dood ben. En door die van mijn vriendin, de kleindochter van zeevisser Thijmen. Ik vermoed, weet het eigenlijk wel zeker, dat ze de vuilnisbak ingaan. De agenda’s. Zoals ook de gemeentelijke kraakwagen hier de spullen van nonnen en broeders in dit gebouw na hun overgaan, heengaan, hun spulletjes kraakt. Het zij zo. Het woord en de dood. De vluchtige stilte. Vergankelijkheid.
Zo is het leven. Toch?
Moge iedereen gelukkig zijn, met name jij.
Vrede en alle goeds, zeggen de Franciscanen.
Moedig voorwaarts!

Geef een reactie