Tegenover het gebouw waarin de Kloosterbunker is gevestigd, gescheiden door een plantsoen en een straat en een parkeerplaats, staat een appartementencomplex. De deuren en de appartementen zelf zijn bereikbaar via galerijen.
Vanuit de Kloosterbunker zie ik mensen over de galerijen lopen, soms op meerdere galerijen tegelijk. Die mensen zien elkaar niet hoewel ze er wel zijn. Gescheiden door beton.
Ze zijn op weg.
Af en toe ontmoeten ze elkaar op de straat. Staan kort bij elkaar stil, praten en bewegen armen. Dan lopen ze weer door. Altijd op weg.
Als het goed weer is voetballen kleine kinderen van de appartement bewoners op het gras van het plantsoen hier beneden. Ze roepen, juichen en trappen de bal weg. Een moment dat ze niet naar een scherm op een telefoon staren. Verbinding.
Moge iedereen gelukkig zijn, met name jij.
Vrede en alle goeds, zeggen de Franciscanen.
Moedig voorwaarts!
BIJSLUITER: het lezen van deze columns kan leiden tot groot geestelijk ongemak, woedeaanvallen, depressies, onbeheerst gedrag, angstaanvallen, maagzuur, zweten, ongeloof, twijfel aan eenieder, straatvrees, lange tenen en het geloof in het eigen gelijk. Bij de lezers. Scheldpartijen en een onbedwingbare drang om te reageren zijn waargenomen. Sommigen willen mij corrigeren. Of bedanken. Of prijzen. De drang om in verzet te komen is waargenomen, het abonnement op te zeggen. Sommigen besluiten de krant niet meer te lezen, of te boycotten. Er kwaad over te spreken. Te janken of te vloeken. De straat op te gaan om te demonstreren maar niet weten waartegen. Het boeddhisme de rug toe te keren. Of aan de drugs te gaan. En zo gaat het maar door.
