Ik was 12. Een neef die iets in me zag leende me een vrolijke essaybundel van professor W.F. Hermans, Het Sadistische Universum. Ik begreep het werk niet goed, maar het boek wakkerde mijn interesse in de wereld buiten Buggenum, de Maas, danig aan.
Hermans uit Amsterdam was hoogleraar geologie in Groningen. Hij kreeg er ruzie. Toen ging hij fulltime time schrijven en fotograferen, in Parijs. Zijn weduwe komt uit Suriname.
Nooit meer Slapen, een roman, kan een tweede optie zijn na de essays uit Het Sadistische Universum, in de bibliotheek bijvoorbeeld. Ze verkopen er Nuts. Deze ligt in een vitrine, met appeltaart.
Als ze in Buggenum bedoelen: hou je mond, zeiden ze vroeger: de moel.
Veldeke Burggraaf kijkt niet neer op Buggenum. Ik ben de enige redacteur van dit dialectblad, editie Burggraaf-Venray.
De essays van Hermans zijn nihilistisch, extreem zwartgallig en misantropisch. Maar een hater was Hermans niet. Ik denk dat hij de wereld en de mens verachtte zoals die zijn, meer dan de meest pessimistische filosofen.
Bepaalde Venrayse families met dezelfde mentaliteit kunnen vanavond misschien niet te laat alleen over straat gaan. Overdag hoor ik soms voortekenen op straat of op pleinen, doorgaans achter me. Omens zijn het bijna. Ruzies die in Venray beginnen schijnen buiten de gemeentegrenzen uitgevochten te worden.
Het Sadistische Universum, deel II, volgens Peter Pijls in 2026.
Geef een reactie