Vanuit ons bed hebben we een mooi uitzicht naar het oosten. Zo’n beetje van oktober tot februari zien we de zon dan boven de bergen opkomen. De rest van het jaar zien we die zelf niet, maar wel de verkleurende lucht, als de zon net buiten ons blikveld opkomt. Het is een idyllisch plaatje: de aan het terras grenzende vijver, waar regelmatig duiven, myna’s en soms zelfs een ijsvogel bij zit. Dan onze tuin, met achteraan de bodhiboom en de weelderig bloeiende bougainville. Daarachter het weiland van de buurboer, waar de kalfjes om hun moeders en om elkaar heen dartelen. En in de verte dan de bergen, met de lucht vol kleurschakeringen erboven.
Alhoewel…
Momenteel liggen we onder een dikke deken. En dan bedoel ik niet nu in bed aan de koffie. Nee, heel Noord Thailand ligt onder een dikke deken van smog. Het is een jaarlijks terugkerend verschijnsel in de droge, hete maanden, dat in hevigheid nog wel flink kan verschillen. Langzaamaan vervagen de bergen, tot ze niet meer te zien zijn. De lucht krijgt een vieze blauwgrijze kleur. En tot ruim na zijn opkomst kleurt de zon nog rood, en kan je er probleemloos recht inkijken. Zelfs een foto recht in de zon maken kan, zonder de sensor van de camera te vernachelen.
Hoewel het momenteel stukken beter is dan vorig jaar rond deze tijd, bereikt de air quality index regelmatig waarden die ver boven wat als veilig wordt beschouwd liggen. Als het weer zo ver is, trekken we ons terug in ons huisje, waar we een luchtzuiveraar aanzetten die het fijnstof en andere schadelijke deeltjes uit de lucht filtert. Goed beschouwd een bizarre oplossing, want het energieverbruik van dat apparaat draagt, weliswaar op een andere plaats, weer bij aan de smogvorming. Maar ja, moeten we dan ongezonde lucht inademen?
Vorig jaar deden we dat nog wat minder consequent dan nu en bleven we vaker buiten bezig. Zelf hebben we daar tot nu toe geen klachten van die aantoonbaar aan de smog te wijten zijn, maar opvallend is wel dat 2 van onze honden longontsteking hebben gehad. De nu 14-jarige Tibbe heeft dat maar net overleeft, maar dartelt nu weer vrolijk rond.
Uiteindelijk ontkomen we er niet aan om iedere dag een paar uur buiten door te brengen. Het is de droge, hete tijd, en veel beplanting in de tuin heeft zo’n beetje om de dag water nodig om de periode tot de regentijd begint te overleven. Dat kan volgende maand zijn, maar ook best nog twee maanden duren. Of misschien wel langer, want dat het klimaat onvoorspelbaar is geworden, is hier niet anders dan in de rest van de wereld. Meestal zet ik al heel vroeg, zo tussen 5 en half 6, de eerste sproeiers aan. Na anderhalf uur is “mijn” deel van de tuin dan klaar en gaat Mieke verder met “haar” stuk.
En dan is er natuurlijk de veestapel die verzorgd moet worden. Die bestaat niet alleen uit de honden, kippen en vogels, maar ook uit dieren die ons dagelijks komen opzoeken voor een lekker hapje. Onze favoriet is Jumper. Jumper is een drongo, een kraai-achtige vogel die fabelachtig goed kan manoeuvreren in de lucht en een bijzonder arsenaal aan trucjes heeft om aan eten te komen. Zo kunnen drongo’s bijvoorbeeld alarmroepen van andere soorten imiteren. Daarmee maken ze vogels die aan het eten zijn aan het schrikken, zodat die opvliegen, waarna de drongo het maaltje kan oppeuzelen. Als je meer over drongo’s wilt lezen: https://en.wikipedia.org/wiki/Drongo.
Jumper werd door een vriendin van ons gevonden met een gebroken vleugel. Die vriendin stond op het punt weer terug te gaan naar haar huis in de VS, en vroeg ze of wij voor de vogel wilden zorgen. Omdat het er niet naar uitzag dat Jumper ooit weer zou kunnen vliegen, hebben we voor hem een stukje aan de volière gebouwd. Inmiddels weet hij zich aardig te redden, en staat de deur van zijn volièredeel altijd open. Zo virtuoos als zijn soortgenoten vliegt hij niet, maar hij weet ondanks zijn afhangende vleugel toch redelijk zijn weg in de lucht te vinden. En iedere ochtend en avond leidt die weg naar waar Mieke zich bevindt. Met wat krassende geluiden laat hij weten dat hij er is en als Mieke met wat verse krekels of wormen aankomt, pakt hij die met graagte van haar aan. Dan scharrelt hij nog wat rond in zijn deel van de volière, waarna hij weer uitvliegt. We hopen dat er op een dag een soortgenoot voorbij komt, die zich niet af laat stoten door de gehandicapte vleugel, en met Jumper wil nestelen. En dan hopelijk wel op een plek in onze tuin.
Ook heel fraai zijn de garden lizards. De mannetjes kunnen van het ene op het andere moment een knalblauwe kop en borst krijgen en zijn dan spectaculair om te zien.
Ze zijn op zich best schuw, maar wat ze onmogelijk kunnen weerstaan zijn (meel)wormen. Eerst kijken ze van een afstandje hoe Mieke ze in een bakje doet, om ze vervolgens op te eten zodra ze weg is. Na een paar dagen komen ze er al bijzitten als het bakje wordt gevuld, en uiteindelijk zitten ze gewoon op Mieke’s hand te eten.
Zoals in Orwell’s Animal Farm, zijn bij ons alle dieren gelijk, maar sommige wel wat meer gelijk dan andere. Want zoals we de honden, kippen, vogels en lizards voeren, voeren we ook de meelwormen en de (tegenwoordig zelfs zelfgekweekte) krekels. Maar die laatste twee eindigen uiteindelijk ook weer als voer. Het is ongelijk verdeeld in de natuur, maar dat hebben we niet zelf zo bedacht.
Als de buitenklusjes gedaan zijn, trekken we ons weer terug in ons huisje. De honden maken handig gebruik van het feit dat ze tot de categorie “meer gelijk” behoren en staan al klaar voor de deur, om ook naar binnen te mogen, want het is daar ook altijd een stuk koeler en er liggen lekkere kussens. Zo af en toe kijken we even naar de smogwaarden, want uiteindelijk zetten we toch het liefste alle ramen weer open. Met name ’s nachts wordt het wat benauwder binnen, hoewel het zelfs zonder ventilator nog prima te doen is. Maar als we dan in de vroege ochtend naar buiten lopen, voelt het aan alsof we in de frisse lucht komen. Het voelt volkomen tegennatuurlijk dat de lucht in het afgesloten huisje gezonder is dan de buitenlucht. Dat weten we pas sinds we een smogmeter hebben. Daarvóór volgden we gewoon ons gevoel. Meten is zweten. Die onnatuurlijke situatie is onze schuld als mensheid, en dus ook mede onze eigen schuld. De natuur om ons heen kan er niks aan doen. Die heeft eigenlijk meer recht op de luchtzuiveraar.
Geef een reactie