Het gebeurde vanmorgen in Bunkerstad om 11.11 uur. Met mijn volgeladen Clax boodschappenwagen voor flatbewoners- de bovenste krat mag twintig kilo bevatten, de onderste veertig aan boodschappen en andere spullen, stond ik op weg naar de auto even stil op straat. Ik was een beetje ontdaan door de Hamsterweken bij Appie. Twee voor de prijs van één, drie kopen twee betalen, bij het afrekenen sportzegels in ontvangst genomen terwijl ik geen meter meer sport.
Dus ik stond stil, een paar seconden maar. Zag toen dat de veter van mijn rechterschoen los zat en dat een koperen oogje van de bootschoenen uit het leder was losgewrikt. Een veel voorkomend verschijnsel bij Bommel. Ineens word ik vastgepakt door een man en een vrouw. Gaat het wel goed met u, vroegen ze indringend. Ja, hoezo, ik ben op weg naar de auto. Gelijk had ik spijt van dat antwoord. Mogelijk waren het twee autorovers die het op oude boeddhisten voorzien hebben. Nee, ik ben niet op weg naar de auto hoor, dat verzin ik maar. Ik heb helemaal geen auto, zei ik, met de sleutels van de auto met het kenteken JFK-DL-373-KF in de hand. Ik noemde het kenteken niet, dat staat raar. Ik had ook geen auto, toch.
U maakt een verwarde indruk, zei het tweetal, dat me bij de bovenarmen vastpakte. Even overwoog ik geweld te gebruiken, ik loop door de artrose wat voorzichtig- de vaart is eruit, maar ik ben qua armkracht nog een beer van een vent. Maar ik deed het niet, voor je het weet sta je in de krant: ‘Verwarde boeddhist slaat twee stadsgenoten neer.’ Ik besloot het gesprek aan te gaan. Vanwaar jullie belangstelling voor mij en de Clax, vroeg ik aan de twee. Is hier ter plaatse een hangouderen verbod?
Ze vertelden mij dat ze op een cursus herken uw demente medemens zaten. Ze kregen instructie om verwarden en mogelijk dementerenden op te sporen- mensen die ineens op een plein of straat stilstaan. En niet weten hoe nu verder. Hoe nu verder, dat herken ik wel, na dat Hamsterwekengeweld bij Appie. Allemachtig. In mij meenden ze een oudere man te herkennen die de kluts kwijt was.
Ik antwoordde de twee dat ik het spotje wel op tv had gezien- dat een jonge vrouw een man staand naast zijn fiets aanspreekt. Gaat het wel, meneer? De twee knikten dankbaar en lieten me los. Ik was een kenner, maar niet verward. Uit een van de kratten op de Clax, de bovenste, zwart met grijs, met een maximum laadgewicht van twintig kilo, haalde ik twee appelflappen -per stuk 89 cent- van Appie en gaf ze die. Uit dankbaarheid voor hun aandacht. Waar zijn jullie eigenlijk naar op weg, vroeg ik het tweetal. We gaan naar Appie, hamsteren, zei de vrouw. Haar gezelschapsman knikte dankbaar. Ik moet er vandaar, mijn drie kinderen van 4, 6 en 8 jaar van school halen, riep ik- ik heb helemaal geen schoolgaande kinderen, maar nu even wel- om snel met de JFK-DL-373 huiswaarts te rijden. Ik zag ze kijken: die man had toch geen auto.
Thuis zakte ik verward in Schaap, een mens maakt wat mee.
Hamsteréééééééé.
Moedig voorwaarts!