Een klein stukje van de bunker stak nog boven de aardhoop uit. En een gemetselde ronde boog van een ingang was ook nog te zien. Als met een magneet was ik er naartoe getrokken. Ik moest Tweede Pinksterdag de bunker zien, was nieuwsgierig of die herinnering er nog was. Bijna had ik de hoop al opgegeven maar toen ik de Kooiweg bijna helemaal was afgereden was ze daar. Aan de linkerzijde van de weg de luchtmachtbasis Woensdrecht, rechts de aardhoop met bunker.
In de jaren tachtig was op een vrijdagmiddag door het kabinet een voorgenomen besluit genomen om op de vliegbasis Amerikaanse kruisraketten te plaatsen om ons te verdedigen tegen een vijand. Niet zo lang na dat voorgenomen besluit was het eerste VAK, het Vredesactiekamp aan de Middenweg in de gemeente Woensdrecht een feit. Honderden actievoerders sliepen er in tenten of andere onderkomens en beraamden plannen om een eind te maken aan de militaire wapenwedloop. Ze deden dat onder meer door met hakbijlen F-16’s op de basis te beschadigen.
Het VAK aan de Middenweg is op een gegeven moment geruimd door de gemeente. Maar al snel verrezen er kleine VAK-jes in de bossen rond de luchtmachtbasis. Een ervan was het Bunkervak, zo genoemd naar de bunker aan de Kooiweg. Om de paar weken werd het kamp door de politie geruimd, tenten in beslag genomen. Ook in de winter als de sneeuw tot je knieën stond. Enkele politiemensen waren tegen die ontruimingen, waarschijnlijk ook tegen kruisraketten.
In die tijd was ik voor de grootste persorganisatie van Nederland verslaggever kruisraketten. En leefde jarenlang in de kampen, bossen, op de basis en in politiebureaus. Actievoerders, militairen en politie trokken aan mij om mij in te lijven als actievoerder of spion. Ik wist autonoom te blijven, ook al had ik mijn voorkeuren. Na drie jaar was ik geestelijk totaal op van dat getrek, acties en verzet. En niemand was zo blij als ik dat die raketten er niet kwamen.
In een tijd dat de wereld zo onveilig is en gestoorde figuren staten leiden, mensen worden doodgereden op bruggen, straten en pleinen, wilde ik naar het Bunkerkamp. Om daar te ervaren dat aan alles een eind komt. En dat zand en aarde de historie bedekt alsof er nooit verzet was geweest. De fantastische vergankelijkheid.
Moedig voorwaarts.
G.J. Smeets zegt
Het is genoteerd, hoekbunkerman.
En ja, moedig voorwaarts.
Maar waarheen?
“De fantastische vergankelijkheid” daar kan ik me wel in vinden.