Ik hoorde laatst een verhaal over een man die zijn roeiboot op het droge had getrokken en het vaartuig, om het tegen regen en wind te beschermen, op de kop had gelegd. Een dag later schilderde hij de naam ‘Zeeduivel’ op de romp. Een dag voor Pasen kocht ik twee gebakjes bij een winkel. In een plastic doosje. Ik manoeuvreerde er heel rustig mee naar da kassa omdat ik een vreselijke hekel heb aan de kuipjes met appeltaart van Appie, waarvan het deksel al in de winkel losschiet en niet meer vast te maken is. De caissière schoof het doosje met de gebakjes enkele malen over de scanner en toen dat niet pakte draaide ze het doosje om om de code te zien. Ik heb ook een beeld dat ‘Ondersteboven’ heet, van de beeldend kunstenaar Beatrix Smit, een klein meisje dat door de benen naar het verleden tuurt. Een boot op de kop die ‘Leviudeez’ heet, twee verfromfraaide gebakjes en een lief beeld zorgen ervoor dat mijn wereld gekanteld en heel rustig is. Bijna vredig.
Het jaar 2017 – de honderdenachtste dag – omgekeerd
BIJSLUITER: het lezen van deze columns kan leiden tot groot geestelijk ongemak, heimwee naar Chef, de Kloosterbunker, Bunkerstad, woedeaanvallen, depressies, onbeheerst gedrag, angstaanvallen, maagzuur, zweten, ongeloof, twijfel aan eenieder, straatvrees, lange tenen en het geloof in het eigen gelijk. Bij de lezers. Scheldpartijen en een onbedwingbare drang om te reageren zijn waargenomen. Sommigen willen mij corrigeren. Of bedanken. Of prijzen. De drang om in verzet te komen, het abonnement op te zeggen- wat niet kan. Sommigen besluiten de krant niet meer te lezen, of te boycotten. Er kwaad over te spreken. Te janken of te vloeken. De straat op te gaan om te demonstreren. De politiek de rug toe te keren. Of aan de drugs te gaan.