‘Vallen & opstaan’ is het thema van deze 40-dagentijd voor Pasen. Ik schrijf aan mijn overweging voor de Duif. Het wordt de eerste zondag in de reeks. Mijn preek gaat over vallen. Vallen voor de verleiding – en dan wel de verleiding van het kwaad.
Vallen voor de verleiding van iets goeds is bevrijding – weg uit de gedachten die je tegenhouden om je aan het goede te wijden. Vallen voor de verleiding van het kwaad is lastiger. Ik heb vorige week Moonlight gezien, de film die de Oscar won. Schitterende film waarin een klein schuchter zwart jongetje gepest wordt. Het joch heeft al heel wat ellende gezien en is zonder zelfvertrouwen. Hij vecht niet terug, hij is zachtaardig en bedeesd.
Pesten op school. Ik herinner me dat ik ooit meedeed met pesten. Ineens voelde ik die opwinding en deed ik mee met de groep op school die een jongen in de klas uitjouwde. Ik herinner het me juist omdat ik van mezelf schrok. En ik herinner me dat ik van weeromstuit boos op hém werd, juist omdat hij zo sloom was en zich liet pesten. En dat maakte het weer makkelijker om ermee door te gaan hem voor schlemiel uit te maken.
Er zijn van die mechanismen in onze geest en in onze groepsprocessen die onder ‘het kwaad’ vallen als we ons er zonder aandacht aan overgeven. Vallen voor de verleiding van het kwaad is niet zo moeilijk. Je hoeft alleen maar mee te huilen met de wolven in het bos, mee te gaan in de publieke verontwaardiging of groepsvorming tegen iemand, mee te roddelen. Je hoeft niet meer zelf je opmerkingsgave te gebruiken, je eigen inzicht. Er zit in een grote aantrekkingskracht in de macht van de groep. Heb je het door dat het niet juist is wat je doet? “Wanneer men midden in het kwaad zit beseft men het niet”, schrijft Simone Weil, een joodse filosofe in 1940 in Zwaartekracht en Genade. “We zien het eerder als noodzaak, dat wat we doen”, zegt ze. Ik schreeuw tegen dat jongetje dat hij niet zo schlemielig moet doen. Hij moet daar mee ophouden. Dit pesten lijkt bijna op iemand oproepen om sterker te zijn. Ware het niet dat er minachting in zit en er is niemand die door minachting geïnspireerd wordt om op te staan.
Het is wel degelijk mogelijk te beseffen dat je midden in het kwaad zit, wél te beseffen wat niet goed is, en wél te zien dat waartoe we neigen niet noodzakelijk is. Je kunt het opmerken als je neigt mee te huilen met de wolven in het bos – je aandacht, je eigen niet oordelende opmerkingsgave is cruciaal. Kun je het zien en erkennen – waar je naar neigt?
Laten we nooit opgaan in de massa, nooit onze betrokken aandacht loslaten!
Voor de overweging over vallen zie www.dianavernooij.nl