Vandaag ben ik extra vroeg begonnen met het schrijven van deze column. Het KNMI, in België KMI geheten, heeft vanwege de te verwachten storm vanavond code oranje afgegeven. Begin van de middag is het al flink gaan waaien en brult de wind door de kale bomen hier in de stadstuin.
Ik stapte vanmorgen uit de mand en dacht, zal ik de afspraak in Brabant vandaag maar afbellen. Mijn auto is erg windgevoelig en op de snelwegen zal het wel dubbel oranje zijn. Gelukkig belde de secretaresse van mijn afspraak de afspraak zelf af. Haar baas was ziek naar huis gegaan. Een paar maanden geleden was dat ook al het geval, net toen ik af wilde bellen, belde de secretaresse met de mededeling dat haar baas ziek was. Je zou er bijna wat van gaan denken. Telepathie?
Ik geniet altijd van storm, geel, oranje of rood. De redactieruimte ligt aan het eind van een galerij, de buitenmuur is mijn binnenmuur. Hier is het weer extreem. Sneeuw tegen de dorpel, regen tegen de deuren. De muren bewegen. Ik moest daar erg aan wennen. Ganzen en andere grote vogels vliegen richting Bunker en verdwijnen dan uit het zicht. In het begin dacht ik dat ze te pletter vlogen, maar ze kiezen gewoon het ruime sop, het vrije veld of zoiets omdat ik de laatste op rij ben.
Hoe dan ook ben ik vroeg deze column aan het schrijven omdat ik nu een onbevlekt gemoed heb. Ik weet nu nog niet of code oranje werkelijkheid wordt. Of er straks berichten de wereld in worden geslingerd van de meest vreselijke dingen, in relatie tot storm. Ik ben de storm een paar stappen voor. Ik leef in het nu. Straks is het ook nu maar kan het toch weer anders zijn.