Op een spoorwegstationnetje in Milaan is een man doodgeschoten. Nee, het is geen moord, de schutters waren politiemensen en die hebben het monopolie van geweld. De man opende het vuur op hen, zo heet dat, en de politiemensen schoten terug. Chef zag vanmorgen beelden van een lichaam op een perron, afgedekt met een folie met een goudglans.
De neergeschoten man werd verdacht van de doodrijden van onschuldige mensen op een kerstmarkt in Berlijn. Daarbij vielen ook tientallen gewonden en de Poolse chauffeur van de vrachtwagen waarmee het gebeurde werd neergestoken en neergeschoten. Nee, ik wil het niet hebben over de dagen voor kerst, dat zoiets dan een lading extra krijgt. Alle dagen zijn verkeerd om op een kerstmarkt doodgereden te worden.
Als Chef in een god geloofde zou hij bidden voor de zielenheil van de neergeschoten man op dat perron in Milaan. Zo greep het hem aan. Een kringloop van geweld. Een man, op de vlucht voor politie en inlichtingendiensten, vervuld van haat of in koelen bloede handelend. De hele dag spookt het door zijn hoofd, ook deze man is ooit geboren, zijn ouders waren waarschijnlijk blij met hun pasgeboren kind. Hij had ook een broer, Chef zag hem op tv. De broer kon niet geloven dat zijn broer een aanslag in Berlijn had gepleegd, dat hij daar van werd verdacht. Meestal is geweld zinloos. Jonge mensen kwamen in de jaren veertig als soldaten naar Europa om ons te bevrijden van het nazi-juk, hun tocht eindigde in Berlijn. Nu een open, vrije stad. Chef heeft altijd in vrijheid geleefd, dankzij deze jonge mensen. Hij is daar dankbaar voor.
In vrijheid kan hij nu schrijven dat hij, als hij in een god geloofde, voor de zielenheil van de dode op het perron in Milaan wil bidden. Het laat hem niet los, die beelden in Berlijn, het dode lichaam op een perron. Metta kan helpen, compassie en empathie ook, dat zijn grootheden ook zonder een god.
…Nooit komen uitingen van haat in deze wereld tot rust door haat, maar door niet te haten komen ze tot rust, dat is een eeuwige wet.