Molukse families, nabestaanden van doodgeschoten treinkapers, dagen de Nederlandse staat voor de rechter omdat ze vermoeden- gebaseerd op uitlatingen van betrokkenen, dat hun familieleden, kapers, zijn geëxecuteerd na de bestorming van de trein om de gijzelaars te bevrijden. Bewust zijn doodgeschoten door militairen.
Het is al heel lang geleden en toch staan die beelden van de bestorming van de trein op een vroege zaterdagmorgen nog op het netvlies van Chef. Chef was een jonge verslaggever, fotograaf en cameraman. Zijn eerste kennismaking met Molukse gijzelnemers was in Wassenaar, waar een groep jonge Molukkers in 1970 de residentie van de Indonesische ambassadeur bezetten en een Nederlandse politieman doodschoten. Met hun actie vroegen de gijzelnemers aandacht voor de problematiek van hun volk, soldaten van het KNIL, die in dienst van de Nederlandse staat in Indonesië tegen het leger van Soekarno hadden gevochten en naar Nederland waren overgebracht waar ze zich aan hun lot overgelaten voelden.
De tweede beroepsmatige kennismaking was toen Chef op een dak- vijftien meter boven de begane grond, met een camera met telelens in 1975 tegenover de Indonesische ambassade in Amsterdam lag. In afwachting van de ontwikkelingen in het gebouw waarin gijzelaars en Molukse gijzelnemers. Achter hem lagen scherpschutters van de politie die het maar niks vonden, zo’n fotograaf in hun vizier.
Wat Chef zich weet te herinneren was zijn houding in die twee klussen. Het is niet dat zijn gevoel was uitgeschakeld, maar hij was een observator, een beroepsfotograaf die de ontwikkelingen daar beneden in die woonstraat in Amsterdam, bij de residentie in Wassenaar, in beeld wilde brengen. Hij nam kennis van de dood van de agent, de mensen in het consulaat die hij niet kon zien. En toonde geen enkele emotie. Ook later niet, toen hij weer bij zijn partner was, thuis in Bunkerstad. Ook nu niet, nu de herinneringen er weer zijn. Blijkbaar is Chef in staat om z’n gevoelens weg te stoppen, omdat hij op zo’n moment anders zijn beroep niet uit kan oefenen. Niet kunnen waarnemen, de wereld niet kunnen laten zien wat er gebeurt. Er zijn herinneringen die weer boven komen drijven na een tijdje, er zijn herinneringen die nooit tot wasdom zijn gekomen. De foetusherinneringen, nog in de buik van het verleden.