Het verhaal gaat dat in de Altai-regio (Siberië) regelmatig ruimteafval neerstort. Telkens als dat gebeurt, raken de bewoners in een soort trance. Het lijkt of er een paranormale epidemie uitbreekt. Mensen ervaren heel bijzondere dingen, ook op religieus terrein. En ze worden buitengewoon creatief.
Twee amateur-antropologen hebben veldwerk gedaan in het gebied en kwamen terug met een schat aan gegevens. Ze wonnen het vertrouwen van de bewoners van het dorp Koemir (letterlijk ‘Afgod’). Het tweetal kon uitgebreid documenteren wat deze mensen overkomt als er weer eens iets uit de ruimte op hun velden of dorp valt.
Zo zeggen de mensen dat ze kunnen vliegen op de wandkleden die bij hen aan de muur hangen, alsof ze hun eigen ruimtevaart hebben. Ze bezoeken dan steden waar ze nog nooit geweest zijn. Ze denken nog steeds in Rusland te zijn, maar uit de plattegronden die ze laten zien, blijkt dat ze boven Kopenhagen en ook Amsterdam zijn geweest. Op een van de vliegende tapijten is recent een slogan genaaid: ‘De Krim is van ons’.
Een vrouw meent dat het haar taak is honderden viltsloffen te maken, met daarop gedrukt de slogan ‘Voorwaarts Rusland’. Op sloffen dus. De twee veldwerkers hebben er zakkenvol van mee terug gebracht.
Opvallend is ook dat sinds de inslagen met ruimtepuin er blauw hars uit boomstammen sijpelt. Dat wordt hard en neemt dan fantastische vormen aan. Sommige dorpsbewoners hebben er een souvenirhandeltje van gemaakt. Van boomstronken met blauwe hars zijn godinnenbeelden gemaakt. Rond deze godin, de Altai-prinses, is een cultus ontstaan.
Mooie casus. Vreemd, maar toch wel geloofwaardig. Antropologen maken onwaarschijnlijker dingen mee.
Helaas, het gaat om heuse fictie. De twee veldwerkers zijn de Nederlands-Russische kunstenaars Marta Volkova en Slava Shevelenko. Met hun kunst roepen ze een werkelijkheid op die geheel geconstrueerd is, maar als superecht overkomt. Ze spelen een spel met betekenisgeving en laten zien hoe overtuigend een opgeroepen werkelijkheid kan zijn. Als je die met overleg aankleedt, gaan mensen er subiet in geloven. Er zitten vette en kritische knipogen in hun werk: naar het huidige Rusland, naar de religie, naar de kunst, en naar de antropologie. Ze ontwerpen mythologie. De bezoeker kijkt dubbel: ‘wat echt!’, èn ‘wat een grap!’.
Nog een helaas: hun werk was tot begin september te zien in het Bonnefantenmuseum in Maastricht. Ik zag het, nog net voordat die werkelijkheid weer oploste.
G.J. Smeets zegt
:)
Sjoerd zegt
Tof!