Het was vandaag een gewoon dagje voor Chef. In de ochtenduren stelde hij een deel van de krant samen. Werd bestookt met spamberichten van idioten, zodat hij niet bij het boeddhistische nieuws in de wereld kon komen, at een hapje in een wijk van Bunkerstad en zat op een terras. Op de radio hoorde hij een bericht over een man die als spion voor Nederlandse inlichtingendiensten in Afghanistan had gewerkt en door die diensten in de steek was gelaten zodat een rechtbank in Nederland de staat veroordeelde tot het betalen van een bedrag van ruim een miljoen euro aan die man. Het deed hem denken aan de tijd dat hij met een later hoofd van een inlichtingendienst voor het huis van een gehate rechter in een rivier stond te piesen en door een man van een andere inlichtingendienst met een krant onder de arm- echt waar, in een café benaderd werd om voor die dienst te gaan werken en toen hij dat weigerde de rapen gaar waren.
Het was een dag dat Chef hunkerde naar de herfst- als de blaadjes vallen en de bomen kleuren. Zondag reed Chef door de bossen en zag hoe de hei er prachtig bij stond. Bloeiende hei maakt hem weemoedig.
Het was een dag dat Chef een map beetpakte waar foto’s in zaten van zijn aan griep overleden zus. Een door het leven verzuurde vrouw waar eigenlijk niemand wat mee te maken wilde hebben. Ook Chef niet. Een handvol mensen woonde haar crematie bij. Chef zag jeugdfoto’s van zijn zus, hoe ze onbekommerd in de lens van de camera keek en het leven toelachte maar het leven haar niet. Chef was ontroerd.
Chef dacht vandaag hoe mooi het zou zijn als vriendschap zonder voorwaarden kon bestaan. Dat je je niet hoeft te verantwoorden voor je vriendengedrag.
En kocht bij de Praxis een telescoopstang om er handdoeken op te kunnen hangen. Het is toch verdomde fijn om te leven.