Chef heeft vanmorgen weer zijn geluksdagboek ingevuld ten bate van de Gelukswijzer van de Erasmus Universiteit in Bunkerstad. Hij doet dat elke maand een keer. Zo bouwt hij een gelukhistorie op. De robot van de samenstellers van de Gelukswijzer willen weten wat Chef gisteren heeft gedaan na zijn ontwaken (in bed, niet in boeddhistische zin, al is ontwaken in bed het mooiste wat er is, omdat dan het geheugen weer actief wordt na de bijna dood van de afgelopen nacht). Chef beantwoordde braaf de vragen. Hij beseft dat als een mens wetenschapper, dus een persoon, die antwoorden bekijkt er een geeuw van slaapzucht uit de mond van de wetenschapper ontsnapt. Eten, reizen, eten, praten, eten, reizen, tv gapen. Met wie, werd gevraagd. Met de partner, antwoordde Chef.
Wat uit die antwoorden niet bleek is dat Chef gisteren sprak over mollen, teken, mailadressen, wachtwoorden, bier, varen, bloemen en planten, vakantie, alleen-zijn, de dood en leven, alleen zijn, eenzaamheid, partners en kinderen, Ziggo, Citroën, computers, accounts, schoonmaken, autorijden en dat soort zaken. En later op de dag met zijn vrienden over geluk. Is geluk de afwezigheid van ongeluk? En wat is ongeluk?
Chef sluit het een niet uit ten faveure van het andere. Ze horen bij elkaar als de dag bij de nacht, zon en regen. Wat is geluk? Dat is voor iedereen anders, zei de gesprekspartner. Voor de wetenschappers van de Gelukswijzer is dat juist niet het geval. Die hebben normen gesteld voor geluk. Daarom kunnen ze dat meten. Chef scoort gemiddeld een acht, al voelde hij afgelopen maand zich minder gelukkig door nare momenten in de wereld. Chef wordt gelukkig als zijn auto start als hij dat wil. Het is lullig als je alleen gelukkig bent als er geen ongeluk in je leven is. Vindt Chef. Net als dat je alle dagen rode bietjes eet, of stoofperen.