Het is mooi wonen in Nederland. Het groene Nederland met zijn vele steden, dorpen en rivieren. Toeristen spreken meestal over Holland. Holland met zijn mooie groene weiden waar gelukkig de koeien ,soms, weer mogen lopen en grazen. In die weilanden verrijzen jaarlijks witte puisten die uitdijen en omgeven worden door een krioelende gekleurde massa. De puist wordt steeds hoger en het gekrioel heviger. Wat is hier aan de hand?
Het tentfeest!
Als de tent eenmaal staat is het een komen en gaan van mensen met spullen: geluidsapparatuur, tafels, stoelen en drank. Vooral veel drank. Tegen de avond stroomt het volk toe: hele families, vriendenclubs, soms een einzelgänger. Een moeder wurmt een wandelwagen tussen de menigte door: het kind kijkt angstig tussen zóveel benen. Een vader zet zijn kroost op de schouders en begeeft zich eveneens in de luidruchtige massa.
Langzaam aan loopt de tent vol. Inmiddels stroomt de drank overvloedig. De geluidsapparatuur wordt aangesloten en de microfoon getest. Even later breekt de hel los, enorm veel decibels worden de tent ingeblazen. Het kind op de schouders van vader grijpt wanhopig naar de oren en begint te huilen. De vader host er vrolijk op los, niet wetende dat zijn kroost het uitgilt, want de kleine is buiten het gezichtsveld van degene die haar zou moeten beschermen.
Voor de omgeving zal dit weer een kort onrustig nachtje worden, want het geluid is tot ver in de omtrek te horen. Bezwaren van omwonenden worden genegeerd: het is immers maar één keer per jaar!
Ook dit is Hol-land!
Beeldend kunstenaar Stiltespinster maakt haar sieraden van ‘weggegooid spul’, alles komt van de kringloopwinkels, rommelmarkten enz. Men heeft het schijnbaar niet meer nodig, zegt de kunstenaar.