Deze week vroeg Chef aan twee niet-boeddhistische meiden, Florinde (18) en Hylke (19) naar de door Bodhitv uitgezonden en door de Chef op een recorder opgenomen film ‘Wat is de prijs van waar geluk’ te kijken. De film gaat over de zoektocht naar boeddhistische verlichting van de Fries Hyls Hiddema. Het verhaal is simpel in zijn eenvoud.
Hyls heeft een partner en een zesjarige zoon, Aran. Die zoon werd geboren toen Hyls nog niet wist dat zoiets als ontwaken, de verlichting bestond. Zijn vrouw Waw is een Thai, het drietal woont in Weidum. Een jaar geleden trad Hyls, na een lange spirituele zoektocht, als novice in in het boeddhistische Ariya Centrum in Thailand. Met als doel: leven in een permanente staat van geluk, oftewel het bereiken van Nirwana. Zijn vrouw en zoon laat hij achter en zijn moeder is ongelukkig met die situatie. Waw komt naar Thailand en wil ook in het klooster. De Friese opa en oma moeten dan maar voor de kleine man zorgen.
En voor de volledigheid: de leraar van Hyls is Luang Por in wie Hyls een blind vertrouwen heeft. Hoe beleven twee jonge vrouwen, die net als de meeste Nederlanders een geringe kennis van het boeddhisme hebben, de avonturen van Hyls? Chef wilde dat wel weten.
Ze zien Hyls in een meditatieruimte van het boeddhistisch centrum. Hij zingt de Thaise teksten mee. Dat vinden ze wel bijzonder, zo kort na zijn aankomst in Thailand. Hij zit mooi rechtop en is rustig en lijkt gelukkig. Over de leraar zijn ze minder te spreken. Luang Por komt aangereden in een vreemde auto, een soort gouden koets, maar dan zonder wanden en paarden. Het is een merkwaardig voertuig. Je hoeft ook niet te raden wie er in die monnikmobiel zit.
Monniken liggen graag geknield op zijn pad, armen en handen als menselijke krukken en handgrepen hulpvaardig aangeboden als de leraar uitstapt en het centrum binnengaat. De schoenen van de eerste monnik worden keurig op een matje gezet, een paraplu buiten boven de leraar omhoog gehouden om de zon te weren. ‘Jezus, zegt Hylke, wat een enorm ego heeft die leraar. Die noemt zich verlicht. Moet je kijken hoe graag hij in beeld verschijnt, en dan zijn maniertjes. Met die man zou ik het nog geen uur volhouden. En dan die rare auto. Die man wil wel erg graag opvallen.’ Chef zwijgt maar stemt ook niet toe. Misschien doet de leraar wel zo om zijn discipelen een lesje te leren, denkt hij.
Over Hyls als vader zijn de meiden minder te spreken. ‘Wat een watje, zeg. Dat kind heeft een vader nodig en geen heilige Tinus. Hij gaat zijn verantwoordelijkheid uit de weg als opvoeder, denkt alleen maar aan zijn eigen genoegens. Kan hij in Friesland die oefeningen niet doen om de verlichting te bereiken? Zijn er in Nederland geen oprechte leraren? En zijn ouders moeten voor de opvoeding van Aran zorgen. Het wordt ze niet eens gevraagd. De kinderbescherming zou ingeschakeld moeten worden. Die man spoort niet.’
Als Waw naar Thailand komt, daar haar partner ontmoet en aankondigt ook het kloosterleven te ambiëren, vallen de meiden stil. ‘Geen van de twee denkt aan dat zoontje, die mag het uitzoeken. Wat moet er van die jongen terechtkomen, het verdriet en de misère straalt van het ventje af. Is dat boeddhisme of liefdeloosheid?’ Chef bleef het antwoord schuldig.
zeshin zegt
Is toch een mooi krantje wat de chef en consorten elke dag maar weer in elkaar timmert. Laatst hoorde ik hem roepen: ‘Willemijn als je boodschappen gaat doen neem dan een doosje tweeduimers mee.’
Tokai Dwaalzin zegt
Kind-der-bescherming!
Dit is wat mij ook altijd ontrieft in het sprookje over de thuisloosheid van de weledele heer Sakyamuni.
De boel de boel laten ter eigen spiritueel gerief. En daar maken ze in 2500 jaar een veelkoppig instituut van, barstensvol met sprookjes.
Zoek toch je eigen weg en als je zonodig een kind wilt verwekken, zorg er dan voor!
Gerben zegt
Mooi artikel joop! Leuk experiment. Zouden we ook eens op n groepje leraren moeten toepassen. En n groepje mediterenden. Ben benieuwd naar de overeenkomsten en verschillen in uitkomsten. Groetjes, Gerben
Sjoerd zegt
Niet specifiek voor de BD scène, maar wel met het oogmerk ontwikkeling in groepsdynamica en persoonlijke reactieformaties op e.d. systeembeinvloeding te onderzoeken, zijn zeker in de nasleep van de 2de wereldoorlog dergelijke onderzoeken opgezet en uitgevoerd.
E.e.a. in opdracht van het Amerikaanse leger.
Wat ik me er van herinner waren de resultaten niet opwekkend.
Vanuit mijn eigen werkervaring in de (jeugd)GGZ is het voor kinderen en adolescenten een verwerpelijke stap om als ouders zo extreem voor jezelf te kiezen.
Guus zegt
De leraar van Dhammawiranatha was de Indonesische monnik Jinamitto (1904-1996). Toen die een jaar of 45 was, gaf hij zijn leraar Jinarakkhita te kennen dat hij monnik wilde worden.
‘Kijk eens achter je,’ was de reactie van de leraar. Daar zag de huisvader zijn vrouw en 12 kinderen staan.
‘Maar over twintig jaar mag je wel terugkomen met deze vraag.’
Dat heeft hij wel gedaan. Toen hij een jaar of 65 was, werd hij alsnog de monnik Jinamitto.
Oftewel: neemt de leraar zijn verantwoordelijkheid?
Gerben zegt
Even voor de duidelijkheid Sjoerd:
Ik vind het experiment leuk dat Joop twee jonge onbevangen meiden uitnodigt om hun mening te geven op deze kind onvriendelijke situatie. Het gaat mij er niet om te experimenteren met de ouder-kind-relatie. Ik ben dus benieuwd wat beoefenaars met verschillende rollen hier van vinden.
Sjoerd zegt
Duidelijk Gerben, fijn dat je het zo toelicht en een onnodig misverstand voorkomt.