Ik zag het al meteen bij het binnentreden van de snackbar in het Rotterdamse Kralingse bos- het enorme kussen op de grond was onbezet, leeg van zichzelf maar ook in de praktijk. Er klonk geen gesnurk, gepuf en in een droom licht gegrom. Even nog dacht ik dat de oude, dikke, amechtige hond bij zijn baas was die ook niet aanwezig was in het etablissement. Maar toen sprak de koksvrouw: ‘Blubbertje stierf elf maanden en elf weken geleden. We nemen nu een bouvier van een jaar en elf maanden oud. Bij ons gebeurt alles op de elfde.’
Ik dacht: Allemachtig, ben ik hier zolang al niet geweest. De Dood trad in en ik was er niet, in de snackbar in het bos. De jong uitziende vrouw sprak zonder verdriet over haar twee viervoeters. De hond-van-het-kussen bezweek tijdens zijn leven onder zijn gewicht en bracht de dagen liggend door. De andere hond liep zomers over het terras en had een dekje om met de tekst: Niet Voederen. Zo overleefde hij. Tot de dood arriveerde.
Ik kom al heel lang in deze snackbar. Iedereen kent daar iedereen en er wordt wat afgeluld op z’n Rotterdams. Ik kende ook de vader van de huidige koksvrouw. De man was stokdoof maar nieuwe klanten wisten dat niet. Hij kon heel goed liplezen: Een Patat Met, zag hij aan de lippen van de klant. Ik weet niet hoe het in andere steden is, maar in Rotterdam hebben de Rotterdammers de gewoonte iets na te bestellen als de hoofdbestelling al geplaatst is. Doe ook nog maar een kroket draadjesvlees, zeiden ze tegen de rug van de vader. Dat leidde tot agressief gedrag. Wat een onbeschofte vlerk, zeiden ze tegen andere klanten, hij doet net alsof hij mij niet hoort.
Moge iedereen een lang, gezond en gelukkig leven hebben, niemand uitgezonderd.
Vrede en alle goeds, zeggen de Franciscanen.
Moedig voorwaarts!
BIJSLUITER: het lezen van deze columns kan leiden tot groot geestelijk ongemak, woedeaanvallen, depressies, onbeheerst gedrag, angstaanvallen, maagzuur, zweten, ongeloof, twijfel aan eenieder, straatvrees, lange tenen en het geloof in het eigen gelijk. Bij de lezers. Scheldpartijen en een onbedwingbare drang om te reageren zijn waargenomen. Sommigen willen mij corrigeren. Of bedanken. Of prijzen. De drang om in verzet te komen is waargenomen, het abonnement op te zeggen. Sommigen besluiten de krant niet meer te lezen, of te boycotten. Er kwaad over te spreken. Te janken of te vloeken. De straat op te gaan om te demonstreren maar niet weten waartegen. Het boeddhisme de rug toe te keren. Of aan de drugs te gaan. En zo gaat het maar door.

Geef een reactie